Terugblik op 6,5 jaar raadslidmaatschap
Terugblik op 6,5 jaar raadslidmaatschap
Op 5 april 2008 stapte ik voor het eerst uit de trein op het station van Weert. Bij de trap stond Alex te wachten en we liepen door de stad naar zijn appartementje op Boshoven. In het centrum stond de SP, met Paul Lempens en Rudy Nordhausen. In Weert speelde de aanbesteding van de thuiszorg. Lonen stonden onder druk hierdoor en de SP was een solidariteitsactie begonnen samen met de medewerkers.
Paul kende ik van daarvoor, in 2001 hadden we in Eindhoven de raadsledencursus van de SP gevolgd en omdat we beiden binnen verschillende rollen en geledingen van de partij actief waren, wisten we elkaar snel te vinden. Die middag had ik niet zo veel aandacht voor de SP.
Een jaar later woonde ik in Weert en in 2010 stond ik op de lijst. Op 21 september 2011 trad ik toe tot de raad van Weert als opvolger van Jan Tak. Mijn eerste commissie ging ik er vol in, je kan maar een keer de toon zetten. Toen zat ik heel erg op het SMART krijgen van doelstellingen, wat wil je bereiken en hoe kom je daar toe. Met een reden: een goed, open en transparant besluitvormingsproces en weten waar je het voor doet, zorgt voor een levendige democratie en voorkomt gezwam over details.
Ook met mijn initiatiefvoorstel de lasten eerlijk te verdelen, heb ik een duidelijk sociaal verhaal gepresenteerd, waarbij 70% van de huishoudens in Weert er op vooruit gaat. Ik wist bij voorbaat dat dit het niet ging halen, maar liet zien dat we alternatieven hebben. Ook het initiatief Weert Signaleert kreeg geen steun in de raad, maar wel van het college en het maatschappelijke veld. De achterliggende gedachte dat voor elkaar opkomen en vragen hoe het gaat is een vorm van solidariteit in deze tijd is. Het verbinden van informele en formele zorg krijgt beter vorm. De steun voor het aanvalsplan armoede laat zien dat vasthoudendheid leidt tot nieuw beleid. En tot slot het initiatief om de mondzorg voor de kinderen in Weert te verbeteren: door het krantenartikel heb ik Markeent en een tandarts met elkaar in contact kunnen brengen en gaan ze samen kijken wat nu al kan. Bovendien hebben de lijsttrekkers van Weert Lokaal en DUS zich positief uitgesproken voor het plan. Kortom, ik verwacht boter bij de vis.
Ik wil een dieptepunt en hoogtepunt uitlichten. Met de uitslag van 2014 zaten Jeroen en ik aan de onderhandelingstafel. Terugkijkend op het akkoord, de verbinding die tussen de partijen die gelegd is en wat daar uit is gerealiseerd is vast te stellen dat het succesvol is geweest. In die onderhandelingen hebben we naar voren gebracht dat we als SP niet in konden stemmen met het uitbesteden van de werkzaamheden van het team onderhoud openbare ruimte. We hebben het wel gezegd, maar niet vastgelegd. Bij de behandeling ging ik er dan ook op mijn manier vol in. Toen voor Harrie Litjens bleek dat door mijn opstelling er een raadsmeerderheid tegen de uitbesteding was, werd onze fractie te verstaan gegeven dat dit tot de val van het college zou leiden. Dit was, krap een jaar onderweg, het ons niet waard, juist vanwege de zaken die we op de zorg voor elkaar kregen. Deze situatie is voor mij een grote politieke les geweest en heeft misschien iets van mijn vertrouwen en open houding afgenomen.
Deze les kwam van pas rondom de fusie tussen de Risse en de Westrom. Ik had veel contact met werkers bij de Risse, de cliëntenraad en de ondernemingsraad. Dit sterkte mijn idee dat het samenvoegen zonder voorwaarden geen goed idee was. Het moest voor de mensen van de Risse beter worden, dan zou het ook voor de mensen van de Westrom beter worden. Ik zie het afketsen van de fusie als een goede zaak: het geeft lokale samenwerking met andere partijen een toekomst die veel meer uit gaat van de mensen waar we het voor doen.
Daar zal in de toekomst de meerwaarde liggen. Daarom zie ik er alle belang in om de komende periode het onderhoud openbare ruimte, het groenonderhoud, de afvalinzameling weer terug bij de gemeente te brengen: we creëren meer werk en meer kansen voor een grotere groep mensen. Als ik iets aan de nieuwe raad mag meegeven is dat het wel.
Woensdagmorgen 21 maart stond ik weer aan de poort bij de Risse. We deelden een verkiezingspamflet uit, zoals we de afgelopen jaren zo ook de mensen informeerden over de ontwikkelingen. Daar aan de poort realiseerde ik me dat de mensen die de poort binnen gingen in de huidige vorm nog werkten door onder andere mijn inspanningen. Ik heb het verschil kunnen maken.
Ook realiseerde ik mij dat het echt over is en ik een hoofdstuk afsluit. Ik realiseerde mij dat ik niet meer de bemiddelende rol voor mensen kan betekenen, terwijl dit wel nodig blijft.
Als ik iets ga missen, is dat het wel: invloed hebben en er voor zorgen dat het voor mensen in Weert, als individu of collectief socialer en beter wordt. Die overtuiging compenseert de vele uren in deze zaal.
Als SP spraken we bij de beschouwingen nooit de dank uit naar de bodes, de ambtenaren en iedereen die het werk van de gemeenteraad mogelijk maakte. Ik zag het als de taak, zoals de raad een taak heeft. Nu wil dan toch een dankwoord aan iedereen uitspreken met wie ik de afgelopen jaren heb mogen samenwerken. En de hoop dat de richting die ik Weert op heb willen buigen verder gevolgd wordt.
Zoals de liefde mij naar Weert bracht, zorgt de liefde ook dat ik weer vertrek. Dit vertrek werd met kandidaatstelling voor de Tweede Kamer ingeluid, maar toen ik Ruud leerde kennen was er voor mij weinig nodig om de stap naar Rotterdam te zetten. Vandaag sluit ik een periode af. Vrijdag teken ik het voorlopig verkoopcontract van mijn huis en binnen 2 maanden verhuis ik echt naar Rotterdam.
Ik gun ieder van jullie het allerbeste. Het ga jullie goed.