h

Niet opnieuw Brussel in het klein organiseren

22 april 2016

Niet opnieuw Brussel in het klein organiseren

Waarom maak ik mij zo druk om regionale samenwerking? Mijn belangrijkste reden is in de goede vorm het veel kan opleveren, maar bij een verkeerde aanpak het ontzettend veel kost. Daarbij gaat het om gemeenschapsgeld, tijd en inzet die dan niet besteed kan worden aan bijvoorbeeld zorg, armoedebestrijding of mensen begeleiden naar werk.

Wat is dan goede samenwerking? Doel van samenwerking is door middel van een wederzijds voordeel met een zelfde inspanning meer effect te bereiken. De gemeente Weert werkt in talloze verbanden samen, maar bij de start is dit steeds het uitgangspunt geweest.

Nu lijkt het er op dat het samenwerken om het samenwerken het centrale doel is. Bij de start van de Gebiedsontwikkeling Midden Limburg (GOML) legden de 7 gemeenten 20 miljoen in en deed de provincie daar eveneens 20 miljoen bij. Vervolgens dienden gemeenten projectvoorstellen in, met name ruimtelijke/ bouwprojecten, die economisch (toeristisch/ recreatief) verkocht werden. Doel was meerwaarde creëren, gevolg was dat niemand de ander durfde te bekritiseren door het ‘verdubbeleffect’ van het provinciale geld. Overigens ging het meeste geld naar projecten in Roermond. Rondpompen van geld en een Brussel in het klein, met verkwisting van miljoenen gemeenschapsgeld. Geld dat ook besteed had kunnen worden aan armoedebestrijding of de zorg.

Van dit ‘kerktorendenken’ wilde men van af. Een evaluatie volgde en een voorstel voor betere verdeling. De Samenwerking Midden Limburg werd geboren. Gemeenten stelden ‘procesgeld’ ter beschikking om te komen tot een agenda. Gemeenten zelf bepalen of aan de projecten op deze agenda mee gaan doen. De agenda mist een duidelijke gezamenlijke koers. Het is een optelsom van wensen, zonder inhoudelijke discussie. Het is tekenend voor de situatie in Midden Limburg.

Gemeenteraden in Midden Limburg zijn gevraagd in te stemmen met de agenda. Dit is raar. Vooraf is gemeenteraden niet gevraagd of ze zo’n agenda willen en wat er op moet komen. Dus waar zegt de gemeenteraad ja tegen? En wat zijn de gevolgen van een ja?

Je kan het vergelijken met het referendum over Oekraïne. Ook hier kon alleen ja of nee tegen het hele pakket worden gezegd. Naast goede dingen zitten er ook verkeerde zaken in, maar als je ja zegt wordt het bindend. En voor Midden Limburg geldt net als voor Europa: samenwerken werkt alleen als er een wederzijds voordeel is.

Nu de agenda is vastgesteld moeten gemeenteraadsleden zich druk maken om zaken die eigenlijk niet van belang zijn. Er komen rapportages over de voortgang, voorstellen voor projecten, enzovoort. Kortom, het biedt afleiding. De discussie gaat dadelijk niet over hoe we armoede terug kunnen dringen in Weert, dat is immers niet opgenomen in de agenda.

Tot slot: als er een wederzijds belang is, ontstaat samenwerking vanzelf. Als het nodig is weten gemeenten, onderwijsorganisaties, maatschappelijke partijen en ondernemers elkaar wel te vinden. Je moet zorgen dat mensen elkaar tegen komen en weten wie waar mee bezig is. Daar is geen agenda voor nodig, maar een wil om een doel te bereiken. Nu nog bestuurlijk lef dit tegen elkaar te zeggen in Midden Limburg.

U bent hier