Weert

De gemeente Weert heeft gereageerd op een brief van de SP over ervaringen tijdens een bezoek aan de flats op de Serviliusstraat op Keent.

Bewoners van de Serviliusstraat in Keent klagen over afvaltoerisme in hun straat. Volgens de buurt zijn het vooral mensen die niet in de Serviliusstraat wonen die hun grofvuil in de ondergrondse vuilnisbakken in deze straat deponeren waardoor de containers snel vol raken. De kwestie is recent door de SP bij de gemeente aangekaart. Tijdens een werkbezoek aan bewoners van de Serviliusstraat werden beide raadsleden op het probleem van de illegale afvaldump geattendeerd. De SP vindt dat dit afvaltoerisme niet past bij het beeld dat de gemeente Weert met Keent Kiest Kwaliteit voor ogen staat. De SP vindt 'dat deze praktijken in schril contrast staan met de aandacht voor het verbeteren van de leefbaarheid en de woonomstandigheden in de wijk Keent in het algemeen en voor de Serviliusstraat in het bijzonder.'

De bewoners van de Serviliusstraat signaleren dat er ook regelmatig ook grofvuil naast de vuilniscontainers wordt neergezet waardoor zich rond deze inzamelplaatsen steeds opnieuw veel grofvuil verzamelt. Verder gebeurt het dat grofvuil voor de portieken of in de trappenhallen van de flats aan de Serviliusstraat wordt achtergelaten.

In een reactie zeggen B en W van Weert dat het probleem bij de gemeente bekend is. "Het grote aanbod van grofvuil is deels afkomstig van de bewoners van de Serviliusstraat maar anderzijds is er ook een soort afvaltoerisme ontstaan van mensen elders uit Weert die er hun afval achterlaten", constateren B en W in een reactie op de klacht van de SP. "Door controles uit te voeren, proberen we de vervuilers te traceren wat niet altijd eenvoudig is. Daarbij is de hulp van de oplettende burgers voor ons van groot belang", schrijft het stadsbestuur. Om te voorkomen dat de vuilcontainers regelmatig vol zitten, waardoor het vuilnis op straat in de
buurt van de containers wordt achtergelaten, ledigt de gemeente de grote bakken al twee keer per week.

(gebaseerd op een bericht uit Dagblad de Limburger)

De brief uit begin maart