En dan kan het opeens wel, ofwel: De vraag van mevrouw M.
En dan kan het opeens wel, ofwel: De vraag van mevrouw M.
Mevrouw M. haar kat is overleden.
Ze heeft twee ochtenden in de week thuiszorg.
Ze vraagt aan haar thuishulp of ze in plaats van het verschonen van de kattebak een keer per maand de stoep wil vegen.
Immers, ze moet voor de thuiszorg oa een harde bezem hebben, waar zou die anders voor zijn?
De thuishulp zegt dat ze dat niet mag volgens haar baas.
Mevrouw M. belt de baas van haar thuishulp.
Als ze die eindelijk te pakken heeft, zegt die dat niet de prioriteiten van de klant gelden bij de thuiszorg, maar de mogelijkheden van de thuiszorg.
Mevrouw M. geeft aan dat ze het daar niet mee eens is.
Ze geeft daarbij terloops aan dat ze binnenkort met een gemeenteraadslid naar de wethouder gaat om haar ervaringen met de thuiszorg te bespreken.
Ze hoort de baas van kleur verschieten. 'Een ogenblikje, ik overleg even met mijn collega'.
Na een paar minuten krijgt ze de baas weer aan de lijn.
'Mevrouw M, we zullen bij u maandelijks de stoep komen vegen.'
Mevrouw M. is uiteraard blij.
Maar ook boos, want zij is iemand die w?l haar bezwaren uit.
Hoe gaat het met al die mensen die bang zijn en hun klachten niet durven te uiten?
En waarom kan het pas als ik via een raadslid mijn gelijk probeer te krijgen?
Kortom, mevrouw M. en ik hebben wat te bespreken met de wethouder komende maand.
Een tip als u er ook er niet doorkomt: zeg maar dat je met een raadslid contact hebt en naar de wethouder gaat, dan gaan er deuren open. En laat het mij meteen even weten, zodat het structureel verbeterd wordt.
- Zie ook:
- Paul Lempens