h

Wel of niet bouwen in de dorpen zou tot een diepere discussie moeten leiden

6 juli 2018

Wel of niet bouwen in de dorpen zou tot een diepere discussie moeten leiden

Een vrij abstract onderwerp over bestemmingsplannen, bouwvoorraden en grondprijsbeleid, waar ik verder niemand mee zal vermoeien, leidde in de afgelopen weken tot een interessante discussie in de gemeenteraad. Maar van mij mag die een discussie laagje dieper omdat je alleen dan tot de kern van de zaak komt. Waar heeft Goubet het nou weer over?

Het zit zo. Weert groeit. Er komen inwoners bij en voor een gemeente die volgens de deskundigen (ahum) in een zogenaamde krimpregio ligt groeit Weert best flink.

Maar die groei is niet eerlijk verdeeld over de gemeente. De stad groeit. De dorpen krimpen. En zelfs, hoe kleiner het dorp, hoe sneller het krimpt. Politiek doe er iets aan!

Ja, lekker gemakkelijk. ‘De politiek’ moet aan alles iets doen. Maar dit onderwerp is de discussie waard of je er iets aan zou kunnen doen.

Ik zeg, je kunt en moet er iets aan doen, en gelukkig was dat ook de teneur in de gemeenteraad.

Dorpen scoren beter op het gebied van veiligheid(sgevoel), saamhorigheid, verenigingsleven, kortom wat mij betreft kwaliteit van leven. Toch is er ook in Nederland een trek naar de stad en dan met name onder jongeren. Dat komt hoofdzakelijk (uiteraard ook onderzocht) door twee factoren en dat zijn bereikbaarheid en voorzieningen. Op de derde kom ik zo, want die vloeit eruit voort.

Omdat onze samenleving nog steeds grootschaliger aan het worden is staan de twee genoemde factoren in de dorpen onder druk. Want steden zijn beter bereikbaar en hebben meer voorzieningen. Wil je dorpen aantrekkelijk maken en houden dan moet je die twee zaken daar op peil houden.

Waar kan de politiek iets aan doen?

Één. Het openbaar vervoer moet goed zijn en blijven. Schandalig dat Arriva er in Limburg voor kiest om op veel plekken, ook in Weert, buiten de komgrenzen van de dorpen aan de doorgaande wegen bushaltes aan te leggen. Dat maakt de dienstregeling efficiënter. Heel fijn busmaatschappij, maar je vergeet dan waartoe je op aarde bent. Daar komt, ook vanuit de provincie, te weinig kritiek op wat mij betreft.

Twee. Voorzieningen. Ieder dorp moet een school hebben. En het liefst ook wat winkels. Dat laatste heeft de gemeente niet in de hand, vraag en aanbod, marktwerking, maar die school deels wel. Net zoals een winkelier of een cafébaas een minimum aantal bezoekers nodig heeft om haar of zijn zaak draaiende te houden geldt dat ook voor een school of voor een vereniging. En als het inwoneraantal van een dorp terugloopt gaat dat vroeg of laat problemen geven.

En dat is zoals beloofd drie. Bouwen, wonen en de betaalbaarheid daarvan.

De Weerter gemeenteraad snapt dat goed. En daarom werd het abstracte onderwerp dat ik in het begin aansneed de basis voor een discussie over bouwen. Nee eigenlijk over inwonersaantallen van de Weerter dorpen. Want om die op peil te houden moet er gebouwd worden en College van B&W begin daar eens mee! Dat was de boodschap.

Het college stelt zich wat mij betreft wat te terughoudend op. In de trend van ‘daar kunnen we niet zo gek veel aan doen’.

'Ja natuurlijk, we stellen bouwgrond voor particulieren beschikbaar maar die wordt niet verkocht. Ja natuurlijk, we wijzen mogelijke uitbreidingsgebieden bij de dorpen aan maar projectontwikkelaars komen niet met plannen om daar een nieuw buurtje in één keer te bouwen. Ja we vragen aan de woningcorporaties of ze ook in de dorpen willen bouwen maar ook daar niet veel animo.'

Al verdient corporatie Sint Josef uit Stramproy hier een groot compliment want tot mijn vreugde bekijkt zij of ze naast in Stramproy ook in andere Weerter dorpen sociale huur zou kunnen bouwen. Hulde, een gouden medaille, confetti en bloemen! Ik dwaal weer af.

Waar wil ik naartoe? De raad wil terecht dat er huizen gebouwd gaan worden in de dorpen. Om het inwoneraantal en daarmee voorzieningen op peil te houden. Dat wil ik ook.

Maar het komt niet van de grond. En daarmee kom ik op de diepere laag. Een afwachtende houding van het college is niet voldoende. Er moet een mogelijk pijnlijke keuze worden gemaakt. Als we, en dan bedoel ik met ‘we’ hier maar even ‘de politiek’ willen gaan voor de dorpen, dan moet er boter bij de vis. 

Misschien gaat een projectontwikkelaar wel overstag als er een subsidie is. Zal vast wel niet mogen van Europese regeltjes, maar ga eerst maar eens kijken wat wel kan en mag. Misschien moet je bij Wonen Limburg wel eens wat harder met de vuist op tafel slaan en in prestatieafspraken vastleggen dat ze ook in de dorpen gaat bouwen. Misschien moet je iets doen aan de grondprijzen in de dorpen. Riskant, ik weet het, maar kijk ook daar eens wat wel en niet kan.

Die diepere laag zijn de centen. Wat is het je waard?

De bereikbaarheid en voorzieningen in dorpen zullen altijd één treetje lager zijn dan in de steden. Dat blijft ook zo. Niet negatief bedoeld. Laat ik de stad Weert ten opzichte van het mooie dorp Altweerterheide maar eens als voorbeeld nemen.

Er komt geen treinstation in Altweerterheide, dat verwacht ook niemand. Maar je kunt wel voor een goede bus voorziening zorgen. Er komt geen middelbare school in Altweerterheide, dat verwacht ook niemand. Maar je kunt wel voor een goede basisschool zorgen. Er komt geen grote uitbreidingswijk à la Laarveld in Altweerterheide, dat verwacht ook niemand. Maar je kunt misschien de omstandigheden wel zò maken dat een projectontwikkelaar een stuk of vijftien woningen aan de Zoomweg wil bouwen.

Want als een huurwoning, een koopwoning of een bouwkavel in Altweerterheide goedkoper is ten opzichte van de stad dan komen mensen vanzelf. Centen.

Als je daar niet voor kiest dan moet je eerlijk zijn en zeggen dat de dorpen in principe een sterfhuisconstructie zijn. 

Ik kies voor de dorpen. En de doorslaggevende reden heb ik nog niet genoemd. Want ik heb hier het voorbeeld Weert- Altweerterheide gebruikt. Maar als ik één stapje hoger ga dan kom ik op het niveau Eindhoven – Weert.

En daar werkt dit als vanzelf. Weert groeit namelijk, zoals ik al eerder aanhaalde. De prikkel? Eindhoven loopt over. Mensen uit de regio Eindhoven nemen de keuze om in Weert te wonen omdat de huizen hier net iets goedkoper zijn en de tuintjes net wat groter. De voorzieningen zijn hier ook goed. Misschien nèt iets minder als in Eindhoven, (alhoewel, welke van de twee gemeentes heeft wel nog een publiek zwembad) geen Imax-bioscoop maar je kunt hier ook naar de film en je korte broek kopen. En Weert is ook goed bereikbaar. Ja, je staat in de file als je in Eindhoven werkt en in Weert woont.

Maar blijkbaar nemen de nieuwe Weertenaren uit Brabant dat allemaal op de koop toe. Letterlijk. Centen.

Ik ben ervan overtuigd dat financieel sturen uiteindelijk de enige weg is om de dorpen aantrekkelijk te houden.

Kiezen.

Allemaal heel gemakkelijk gezegd hoor, maar geen gemakkelijk keuze. Maar het is wel de kern van de discussie. En op dat ei moet de kip eens gaan broeden.

Jeroen Goubet

U bent hier