h

Eerlijk rekenen aan de Poort

8 maart 2013

Eerlijk rekenen aan de Poort

De reacties rondom 'de Poort' in Weert zijn niet van de lucht. Te duur, teveel, te laat zijn kreten die gemakkelijk te geven zijn. Zijn die miljoenen die het gemeentebestuur wil investeren echt nodig om de zaak op gang te helpen? De SP maakt een rekensom. Oordeel zelf.

Optie 1, verhuur van het zalencentrum
De optie die de gemeente graag wil. Kosten voor afbouwen en nog wat andere zaken zijn eenmalig 2.100.000 euro. Volgens het nieuwe huurcontract met bierbrouwer Lindeboom betaald de gemeente Weert dat bedrag. Daarbovenop is duidelijk dat er gedurende de afschrijvingstermijn van het gebouw, minstens 40 jaar, sowieso nog ieder jaar geld bij moet om de uitbating sluitend te krijgen. Dit is uiteraard belastinggeld.

Een rekensom laat in verschillende scenario's zien hoe groot het bedrag is om alles rond te krijgen. Er moet rekening mee worden gehouden dat de beoogd huurder namens Lindeboom, Weerter horecaondernemer Bert Nelissen, een huur betaald die 13,1% van zijn omzet is met een minimum van 1 miljoen.

Een bedrag van 1,6 miljoen omzet is volgens Nelissen zelf nodig om quitte te spelen.

  • Bij 1 miljoen omzet (huuropbrengst 131.000 euro) moet de gemeente jaarlijks 186.000 ex BTW bijlappen.
  • Bij 1,6 miljoen omzet moet de gemeente jaarlijks 118,500 ex BTW bijlappen
  • Bij 2,5 miljoen omzet (huuropbrengst 327.500 euro) moet de gemeente jaarlijks 11.000 ex BTW bijlappen.

Dat is als het goed gaat. Als de exploitant failliet gaat dan wordt het exploitatietekort 308.000 euro per jaar. Daarin zit wel de investering van 2,1 miljoen meegenomen. Voor rekening van de gemeente en dus de Weertenaar uiteraard.

Rampscenario. Veertig jaar geen huur en de investeringskosten niet terugverdienen. In totaal 12.320.000 (308.000 x 40) euro. Dit enorme bedrag is het risico dat de coalitiepartijen VVD, CDA en Weert Lokaal bereid zijn om te nemen. Ongelofelijk in deze tijd waarin verenigingen gevraagd wordt om flink te knijpen en mensen in rap tempo onder de armoedegrens terecht komen. Miljoenen euro's die wat de SP betreft hard op andere plekken nodig zijn.

Optie 2, leeg laten liggen en niet afbouwen
Als het gebouw leegstaat kost dat jaarlijks 78.500 euro aan onderhoud en beveiliging. Omdat de gemeente eigenaar van het gebouw is moeten bepaalde investeringen die al gedaan zijn ook over een termijn van 40 jaar terugbetaald worden. Daardoor ontstaat een totaalbedrag van 164.000 euro per jaar.
164.000 euro over 40 jaar is 6.560.000 euro. Dat is het maximale risico. Wat de SP betreft heeft dit de voorkeur. Met daarbij een enorme inspanning van de gemeente om het zalencomplex te verkopen. Desnoods onder de gewenste prijs om van alle risico's af te zijn.

Optie 3, nu meteen onafgebouwd verkopen
Allereerst moet hierbij opgemerkt worden dat er op dit moment geen koper is.

De vastgoedwaarde van het zalencentrum is in onafgebouwde toestand vastgesteld op 1.710.000 euro. De kosten voor het afbouwen worden geschat op 1.410.000 euro. Die komen dan voor rekening van de koper. Dat in het achterhoofd houdende denkt de gemeente het zalencentrum op dit moment voor een bedrag van 300.000 euro te kunnen verkopen.

De eerder genoemde al gedane investeringen door de gemeente die normaal gesproken over 40 jaar afgelost worden in een keer afboeken kost 2.514.000 euro. Bij nu meteen verkopen voor 300.000 verliest de gemeente dus 2.214.000 euro. Dat moet je ook betalen als je een fantastisch zalencomplex in het centrum van Weert wil hebben.

Dit zijn de rekensommen. We hebben ze gemaakt op basis van volledig openbare stukken. Oordeel zelf.

Jeroen Goubet

U bent hier