h

Wullem

25 mei 2015

Wullem

Een prachtig mens uit Fatima, Wim Vink, schreef in 2002 op zijn enquête formulier over leefbaarheid deze woorden: “Leefbaarheid bestaat niet alleen uit goede voorzieningen. Leefbaarheid wordt voor het belangrijkste deel bepaald door de manier waarop mensen met elkaar omgaan”.

Dertien jaren later moet ik bij deze mooie uitspraak jammer genoeg toch een dikke kanttekening bij plaatsen. Er zijn, wat betreft noodzakelijkheid, duidelijk verschil in voorzieningen en deze kunnen zeker de kwaliteit van ons leven beïnvloeden.

Wim zijn uitspraak werd gedaan in een tijd dat wij ons niet massaal ongerust maakten over zorg- en werkvoorzieningen. Ze werden al jaren lang geregeld van uit den Haag en wij namen voor lief hoe ze geregeld werden. Ik kan me niet herinneren dat hierover veel geklaagd werd, misschien vonden wij ze goed of minstens voldoende?

Sinds 1 januari 2015 zorg-en werkvoorzieningen middels de Jeugdwet, WMO zorg, en Participatiewet gedecentraliseerd zijn naar de Nederlandse gemeenten blijkt het dat verschillende zwakke werkloze, dus mensen met een ziekte of handicap en bijstandsgerechtigden die volgens de Participatiewet geholpen zouden moeten worden, de dupe zijn van het feit dat gemeenten slecht raad weten met het uitvoeren van de Participatiewet. Dit stellen onderzoekers betreffende de  situatie in 33 Limburgse gemeenten. Begin april hebben zij hun rapport aangeboden aan de gouverneur van Limburg,Theo Bovens.

Het uitgangspunt was en is dat door de decentralisatie van de Jeugdwet, WMO Zorg, en Participatiewet verbeteringen tot stand zouden komen. Daarnaast werd op deze zorgvoorzieningen direct maar even flink bezuinigd. Het lijkt er op dat vooral bij de uitvoering van de Participatiewet de zwakkere werklozen het kind van de rekening worden.

Ik heb geen medelijden met de bestuurders van de Nederlandse gemeenten maar toch wil ik even stil staan bij de moeilijkheden die zij voor hun kiezen kregen vanaf mei verleden jaar, direct na de verkiezingen.

Zoals u weet is de gemeenteraad ( in Weert 29 mensen) de uiteindelijke baas in de gemeenten en worden de leden door u om de vier jaren gekozen. Daarna wordt een coalitie gevormd.

Deze meerderheid maakt een coalitieprogramma voor vier jaren en zij ondertekenen dit. Voor de uitvoering van dit programma zoeken de coalitiepartners geschikte wethouders. Deze legt voor wat betreft zijn uit te voeren taken rekenschap af aan de Raad.

Als je het takenpakket bekijkt van de Weerter wethouders, betreffende ruwweg de laatste vijftien jaren, dan veranderde die pakketten nooit erg ingrijpend. Grotendeels bleef het takenpakket hetzelfde, een parkeerbeleid bleef een parkeerbeleid ook al veranderde de inhoud. Om de vier jaren werden dus de taken verdeeld over de nieuwe wethouders die snel wegwijs probeerden te worden in reeds lopende zaken. Ze kwamen min of meer in een nog warm gespreid bedje terecht waar hun voorganger(s) ook al in geslapen hadden.

Dat gespreid bedje bestond uit een korps van ambtenaren die de voorgaande vier jaren en de jaren daarvoor ervaringen hadden opgedaan met de merites van elk pakket en de wethouder kon freewheelend aansluiten en mee peddelen. Het is nog maar de vraag of hij een grote deskundige moest zijn op het gebied waar hij voor verantwoordelijk was. Mijn mening over de zwaarte van het Weerter wethouderschap vóór 2015.

In 2015 werd dat echter andere koek.

De decentralisatie van Jeugdzorg, WMO zorg, Participatiewet brachten zaken met zich mee die niet gerekend konden worden tot de specialiteit en deskundigheid van gemeente ambtenaren.

De betrokken wethouder(s) kwamen dus op dit gebied niet in een gespreid bedje. Eerder een rommelig, chaotisch bedje. Min of meer onkundige ambtenaren moesten snel georganiseerd worden tot een slagvaardige en kundige eenheid op genoemde gebieden. Dat vereiste van de betreffende wethouder(s) dus wél een grote deskundigheid op het gebied waar hij voor de uitvoering zorg moest dragen.( De verantwoordelijkheid bleef en blijft bij de door u gekozen gemeenteraad)

Wie zijn die Weerter wethouders die in het diepe zijn gesprongen ( ze hebben het n.l. zelf gedaan) in deze vreemde nieuwe takenpakketten naast hun reguliere ‘oude” taken?

Ten eerste: Wethouder Paul Sterk, hij is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Zorg en WMO waardoor hij geacht wordt verstand te hebben van Wmo hulpmiddelen, Wmo vervoer, Wmo beleidsplan met verordening, maatschappelijke opvang, mantelzorg, OGGZ = Openbare geestelijke gezondheidszorg, AMHK= Advies en meldpunt, huiselijk geweld en kindermishandeling.

Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de uitvoering van een goede Jeugdzorg zoals Centrum Jeugd en Gezin,

OOGO Jeugd= Overleg bij specialonderwijs. ( Hierover in mijn volgende stukjes meer).

Ten tweede: Wethouder Harrie Litjens is verantwoordelijk voor het gestalte geven aan een goed Arbeidsmarktbeleid en re-integratie vanuit de decentralisatie v/d Participatiewet.

De genoemde onderzoekers van de uitvoering van deze Participatiewet hebben in hun rapport van april 2015 vastgesteld dat de 33 onderzochte Limburgse gemeenten een onvoldoende krijgen voor hun taak om mensen met een ziekte of handicap en/of bijstandsgerechtigden aan een baan te helpen terwijl werk en inkomen de beste vitamines zijn tegen armoede en ongezondheid, volgens dit rapport. Hoe is het in Weert  gesteld? Het is goed dat, op een schoolse manier, onderzocht wordt of gemeentes goed bezig zijn met hun vreemde en nieuwe, maar voor ons persoonlijk, heel belangrijke taken. Maar ik durf te beweren dat de onderzoekers, hoe lijvig hun rapport ook is, niet achter de voordeuren hebben kunnen kijken van mensen die echt de dupe zijn van ( de nog) onvoldoende bekwaamheid/ervaring van de uitvoerders.

Persoonlijk ben ik de afgelopen weken enkele schrijnende gevallen tegen gekomen.

Dat er iemand enkele maanden van het kastje naar de muur wordt gestuurd omdat instanties niet goed samenwerken, lijkt acceptabel maar achter de voordeur doen wrevel en onzekerheid hun werk waarvan een heel gezin maandenlang de klos kan zijn.

Waar ik echter van geschrokken ben was een behandeling waarbij het mij voorkwam dat we weer terugvielen naar toestanden uit de tijd van rond 1960 toen het kon gebeuren dat je gekort werd op je uitkering omdat gezien was dat je een nieuw achterlichtje op je fiets had.

Terwijl De Programmaraad (Divosa, VNG, UWV en Cedris) nog bezig is met het organiseren van implementatiedagen ( o.a. voor wethouders) over de Participatiewet en waarvan op donderdag 16 april in Nieuwegein de tweede implementatiedag gehouden zal worden sloegen twee ambtenaren al op 15 april met deze wet Wullem, de echtgenote van Mieke Meufels, om de oren. Wullem heeft als vastgestelde zwakke werkloze, zittende in de bijstand, recht en behoefte aan hulp bij het vinden van werk. De Participatiewet geactiveerd door de gemeente moet hem daarbij helpen en hoe men hem helpt wil ik graag kwijt.

Geschikt werk, bezien zijn handicap heeft men tot nu toe niet voor Wullem gevonden maar er wordt wel veel tijd en energie gestoken in het controleren of hij vanuit de regels van de bijstand niet langs het potje pist.

Wullem had zelf namelijk voor enkele dagen per maand los/vast werk gevonden. Appels plukken bij een boer.

Wullem gaf deze dagen, met het verdiende geld,door aan zijn uitkeringsinstantie. De boer en hij tekende hiervoor. Wullem zijn uitkering werd netjes gekort met het vermelde bedrag.

Na verloop van tijd vermoede men dat Wullem meer bij de boer werkte dan hij op gaf.

Bewijzen had men niet maar Wullem reed verdacht veel de kant van de boer op waardoor het vermoeden bleef. Men riep Wullem op het matje, hij moest maar eens uitleggen waarom hij zo dikwijls die richting uit reed.

Terwijl ik niets mocht zeggen bij het ‘verhoor’ namen twee ambtenaren, die hun emphatische ammunitie hadden verschoten na hun zeer nadrukkelijke legitimatie, Wullem onder vuur. Deze verdedigde zich, hij had die kant op familie en vrienden zitten en soms was het slap met appelen plukken. Men geloofde Wullem niet. Deze werd nijdig en zei dat men zijn uitkering dan maar moest korten met de vermoede dagen. Of men dit als een bekentenis heeft opgepakt zal altijd een raadsel blijven maar meteen kwam de uitspraak dat men Wullem zijn uitkering stopte met ingang van februari 2015. Als Wullem weer in de uitkering wilde dan moest hij een nieuwe aanvraag in dienen.

De hulp die Wullem kreeg, bij het vinden van werk, bestond er in dat de twee ambtenaren streng  te kennen gaven dat hij meer moeite moest doen om zelf werk te vinden. Wullem snapte er niets van en is bleek en ontdaan naar huis gegaan.

(Namen en situaties zijn i.v.m. Privacy enigszins aangepast).

Ik vroeg me af of het dit is wat er in de Participatiewet staat of dat wij er dat van maken.

Enkele weken geleden las ik in de krant dat het Weerter gemeentebestuur probeert de relatie met zijn inwoners te verbeteren. Dan moet er toch veel gebeuren. Het probleem dat er vanaf 1 jan. 2015 geen zwakkere werkloze meer geplaatst kan worden op de wachtlijst van de Risse ( een gevolg van de Participatiewet) kan niet opgelost worden door het specialisme van de Risse Werkleiding uit te laten voeren door elke willekeurige ambtenaar zelfs niet met een cursus communicatie. Met een kanon op een mug schieten kan veel leed veroorzaken achter de voordeuren van de zwakkere werklozen. Zij zullen en kunnen niet begrijpen wat er gebeurt.

Voor het eerst in mijn leven voel ik opluchting dat ik al oud aan het worden ben. Datgene wat ons, u en mij, overblijft en wat ik u met klem aan wil raden is een afschrift van eventuele mistoestanden en voorvallen melden bij alle raadsleden.

Zij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitvoering !

De wethouder Paul Sterk heeft toegezegd dat halverwege 2015, over ongeveer 2 maanden, er een evaluatie gehouden zal worden over de kwaliteit van afhandeling en tevredenheid betreffende klachten WMO en zorg. Een wijs besluit en ideale gelegenheid om uw positief gerichte op- en aanmerkingen in te dienen in het leerjaar 2015. Ik hoop dat vooral mantelzorgers in de pen  klimmen. Wullem bezit ook niet de kennis om te reageren.

Doe het minimaal een maand voor behandeling in de raad.

Een praktische tip: Om elk raadslid persoonlijk te informeren behoeft u maar een brief naar de griffie van gemeente Weert te sturen met de nadrukkelijke vermelding: “Voor elk raadslid persoonlijk”. De griffie zal dan wel zorgen voor de verspreiding.

Tot de volgende keer.  Jan Tak

U bent hier