h

Een spaghetti van belangen en meningen

23 maart 2015

Een spaghetti van belangen en meningen

De Nederlandse gemeenten werken sinds enkele maanden met de nieuwe WMO regeling. Begin 2014 waren hier veel negatieve geluiden over te horen vooral wat betreft de snelheid waarmede dit ingevoerd moest worden. Het is nog te vroeg om conclusies te trekken betreffende de kwaliteit van deze ingrijpende veranderingen maar toch wil ik u deelgenoot maken van een praktijkvoorval, waarbij ik de afgelopen maanden betrokken ben geweest, en waar(toekomstige) mantelzorgers misschien hun voordeel mee kunnen doen.

Een alleenwonende zorgcliënte, ik zal haar Mieke Meuffels noemen en haar kinderen zijn sinds lange tijd het huis reeds uit , kreeg al jaren zorghulp vanuit de ‘oude’ indicatie. Begin januari kreeg ze bovenop haar bestaande beperkingen een hartinfarct en ze werd opgenomen in het ziekenhuis. Daar werd besloten dat behandeling meer risico’s met zich mee bracht dan leren leven met het probleem met behulp van medicijnen etcetera. Gelukkig kon ze, in eerste instantie, terugvallen op de reeds bestaande hulp echter deze was nu onvoldoende om thuis te blijven wonen en zou uitgebreid moeten worden.

De persoonlijke begeleidster van Mieke regelde met een vertegenwoordiger van de gemeente een keukentafelgesprek hierover dat plaats vond eind januari. Gevraagd werd een tijdelijke (tenminste 3 maanden) uitbreiding van de uren voor persoonlijke begeleiding.

Eind februari was hierover nog geen uitsluitsel bekend.

Ook eind januari nam de persoonlijke begeleidster het initiatief om een overleg te organiseren met alle instanties die al hulp verleenden aan mevrouw Meuffels. De reden was dat de begeleidster zich zorgen maakte, ze vond dat het niet goed ging.

Vier weken later was het haar gelukt een overleg te organiseren met vertegenwoordigers van de diverse instanties die vanuit de ‘oude’ indicatie stelling besognes hadden met mevrouw Meuffels. Op 25 februari zouden vertegenwoordigers aanwezig zijn van het CAD – SGL Wonen – SGL dagbesteding – Wijkverpleging – GTB de Zorggroep – Familie - Huisarts – Mantelzorg en Mieke zelf.

Bij samenkomst bleek dat het CAD en de huisarts niet aanwezig waren. De huisarts belde een half uur later op, ‘spoedgeval’. Het CAD liet niets van zich horen.

Ik dacht aan een van de beroemde uitspraken van mijn vrouw: 'As dej-jae ein wasmesjien kouptj motte d'r neet te völ toeters en belle aan zitte. Det kan allemaol kepot’.

Zo goed en zo kwaad als mogelijk was probeerden de overige aanwezigen toch zaken te doen.

Mieke had vóór aanvang van deze vergadering te kennen gegeven dat ze onder geen voorwaarde naar een verpleeghuis wilde. Dat vloekte dus niet met het politieke uitgangspunt om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Verder vertelde ze dat ze zich vaak eenzaam voelde en ze spuwde haar gal over het feit dat de buitenwereld te snel een etiket klaar had om op haar te plakken.

Regelmatig leidde dit in diverse omstandigheden tot  woordenwisseling/ruzies. Een familielid maakte de opmerking dat er al vele verschillende pogingen tot een zinnige dagbesteding in het verleden waren ondernomen met steeds een negatief resultaat veelal veroorzaakt door het botsen van gedragsregels. Hij dacht dat een of twee dagen dagbesteding per week op een zorgboerderij meer kansen zouden bieden voor het invullen van de normale menselijke behoefte aan zelfverwezenlijking met minder kans op botsingen.

De persoonlijke begeleidster gaf aan dat ze, in 2013, al eens waren gaan kijken bij zorgboerderij 'De Mildert’. Mieke had hier een dagje meegedraaid en had het heel leuk gevonden. De begeleidster had daarna nog verschillende keren telefonisch contact gehad met de Mildert, maar er moest een plaatsje vrij komen via ZIN (Zorg in Natura). De meeste cliënten die op de zorgboerderij komen/ kwamen hebben PGB (Persoonsgebonden Budget). Hiervoor moet een cliënt zelf financiën bijhouden/verzorgen.

Nu, sinds 2015, vallen alle dagverzorging instellingen, ook de zorgboerderijen onder de WMO van de gemeente. Hoe het nu allemaal geregeld is bij de gemeente Weert wist begeleidster niet. De aanwezigen op de vergadering keken elkaar aan maar wisten dit ook niet. Ze lieten het punt voor wat het was en de begeleidster gaf een uitgebreid verslag over haar negatieve ervaringen van de laatste paar weken onder andere de medicijn inname die niet goed verliep en mevrouw Meuffels at niet of nauwelijks.

Hierop nam de vertegenwoordigster van het SGL het woord.

Vanuit het SGL zou Mieke in aanmerking kunnen komen voor begeleiding in een woonvorm bij SGL. Wonen in een andere stad omdat Mieke slechte ervaringen had met het Maartenshuis in Weert. Er was bij SGL wel een wachtlijst van meer dan een jaar.

Er werd afgesproken dat Mieke eens zou gaan kijken in zo’n appartement in die andere stad. Daarna zou een revalidatiearts een gesprek hebben met mevrouw Meuffels en zou er bekeken worden welke woonvorm het meest geschikt voor haar was. Ze zou op een wachtlijst worden geplaatst wat tijdwinst op zou leveren.

Ik had het idee dat Mieke het allemaal niet goed meer kon volgen en ik kon me voorstellen dat een mens zich erg eenzaam kan voelen tussen een groep mensen. Beduusd door de snelheid van handelingen mompelde Mieke dan ook dat kijken nooit weg was, als ze haar poes maar mocht meenemen en zelf mocht blijven beslissen. (De afspraak werd vastgelegd op 9 maart en is inmiddels op een fiasco uitgelopen).

Snel garen op de klos wil niet altijd zeggen dat het garen goed op de klos komt. Bezien de resultaten uit vroegere pogingen in deze richting was dit resultaat ook enigszins voorspelbaar geweest, terwijl nu Mieke haar wantrouwen en daarmede haar gevoel van eenzaamheid alleen maar is gegroeid.

‘Wat is jullie belang om mij hier in te krijgen’, was een van haar gefrustreerde agressieve opmerkingen richting directie Woonzorg, terwijl op de kwaliteit van het wonen niets was aan te merken, buiten het feit van een sfeer van eenzaamheid.

Wat ik zelf gedaan heb, in dit fiasco, en nog zal doen is niet relevant voor u, als lezer, wel hoop ik dat u als mantelzorger of toekomstig mantelzorger het lef maar ook de kunde hebt, of gaat krijgen, om uit de spaghetti hoop van diverse meningen en belangen de essentie er uit te pikken en dat is en blijft het belang van diegene waaraan u mantelzorg wilt geven.

Ook al is uw taak om boodschappen te doen dan nog kunt u opkomen voor het unieke belang van de cliënt dat voor elke mens verschillend is. Het aanvoelen hiervan kan u misschien zelfs beter lukken dan de professionele hulpverlener omdat u niet afgeleidt hoeft te worden door de belangen van uw beroep.

De kans dat de cliënt zich daardoor minder alleen zal voelen, is al reden genoeg om mantelzorger te willen worden.

Tot slot: Één conclusie wil ik toch voorzichtig al trekken.

Ondanks dat ik vind dat dit proces niet soepel verloopt vind ik het een vooruitgang ten op zichtte van de ‘oude’ werkwijze. Nú kun je tenminste te weten komen hoe het proces verloopt. Vóór 2015 was de werkwijze, wat mij betreft, heel schimmig. Een ver van mijn bed show.

Ook kun je nu, via de gemeenteraad, proberen spelregels te veranderen. Zij liggen wel vast in een gemeentelijke verordening maar deze kan een gemeenteraad wijzigen.

Voor 2015 had je op die spelregels helemaal geen invloed.

Tot de volgende keer. Jan Tak

U bent hier