h

Observeren, analyseren en concluderen

1 december 2008

Observeren, analyseren en concluderen

 


Maandelijke column door Jan Tak
December 2008

 


Veel tijd wordt er tegenwoordig besteed aan: Observeren, analyseren, concluderen. Op heel jonge leeftijd probeerde ik me al te bekwamen in dit zware werk.

Mijn moeder was heel wantrouwig en ze geloofde niet dat je met deze bezigheid een droge boterham kon verdienen, bezien haar strijdkreet: ?Zit niet te suffen, ga wat doen?. In die tijd was het normaal dat je als kind gehoorzaamde dus ik ben een kuil gaan graven in de tuin. De andere dag heb ik deze weer dichtgegooid waardoor ik mooi twee dagen van kritiek verschoond was.

Een week later was het weer prijs maar, terwijl ik met graven bezig was, kwam de buurjongen kijken. Hij vroeg of ik een kazemat aan het graven was. Dat leek me beter dan alleen maar een kuil zodat ik ja zei en hij ging meehelpen. We wisselden onze technische kennis en idee?n uit en het gevolg was dat het dak instortte. We probeerden het echter opnieuw met kippengaas, rissen en bonenstaken. Tenslotte werd het dak zo sterk dat je er op kon lopen. We waren heel trots op wat we samen gepresteerd hadden.

Terwijl we in de kazemat zaten keek ik naar het kaarsje in de krottendoodskop en ik nam mijn geliefde bezigheid van analyseren en concluderen weer op. Ik concludeerde dat de kazemat eigenlijk niet veel waardevoller was dan de kuil. Je kon er in zitten, ook als het regende, maar dat was ook alles. Daar was je gauw mee klaar. Toch had ik er een heel goed gevoel aan overgehouden en ik kwam tot de conclusie dat dit niet veroorzaakt werd door de kazemat maar door de manier waarop we samen bezig waren geweest. We hadden elkaar gemotiveerd en bevestigd. Ik had wat meer zelfkennis opgedaan en ook had ik geleerd van mijn buurjongen die nog steeds een goede vriend van me is terwijl de kazemat al lang geleden is ingestort.

Het gemeentebestuur van Weert doet ook pogingen om van haar burgers te leren en daardoor zaken te verbeteren. Deze ?samenwerking? werpt echter (nog) niet de vruchten af die wensbaar zijn. Zo is er in 2007 gestart met de eerste burgerpeiling en in 2008 met de tweede. Het gemeentebestuur wil met deze gegevens analyses maken en conclusies trekken ter verbetering van onze leefbaarheid. In de burgerpeiling werd de mening van de burger gevraagd over acht onderwerpen o.a. dienstverlening, veiligheid, leefomgeving, zaken toch die ons allen aangaan.

Per Weerter wijk of dorp zijn naar de bewoners 225 enqu?te formulieren verstuurd. Totaal in Weert dus 3600 stuks. In 2007 reageerden nog 46% van de Weerter burgers. In 2008 zakte dit naar 40%. Op Fatima, waar in 2007 nog 43% van de mensen meededen, zakte dit in 2008 naar 35%. Dus nog geen 80 van de 225 mensen vonden het de moeite waard om mee te spelen. Zelfs het sturen van herinneringsbrieven en het feit dat er 10 cadeau bonnen onder de inzenders werden verloot, heeft niet het gewenste resultaat gehad.

Zo?n negatief resultaat is een signaal, maar welk? Vinden de burgers het onzin omdat alles toch al prima geregeld is? Of vinden burgers het verspilde moeite omdat er met de meningen toch niets gedaan wordt?

De hamvraag is of de 80 mensen die wel meegedaan hebben overwegend tot de eerste of tweede groep behoren. Als we dit zouden weten dan komt ook hun mening in een ander licht te staan. Op Fatima vonden bijvoorbeeld maar 2 mensen, n.l. 3% van de mensen die gereageerd hebben, dat men op Fatima niet prettig met elkaar omgaat. Een ander voorbeeld: Alle inzenders, van Fatima, gaven aan tevreden te zijn over de informatiebijeenkomsten in de wijk. Nog een voorbeeld. Op Fatima hadden maar 3 inzenders (n.l. 4%), vaak last van buurtbewoners.

Herkent u zich in deze cijfers? Je zou hier ook voorzichtig uit op kunnen maken dat er hoofdzakelijk mensen gereageerd hebben die vinden dat alles prima loopt. Zeker weten doe je dit echter niet.

Het gemeentebestuur heeft toch n.a.v. de resultaten van de enqu?te een plan van aanpak gemaakt waardoor er 7 actiepunten ter verbetering, voor 2009 en 2010, zijn vastgelegd in een notitie. Deze wordt in de eerstvolgende raadsvergadering gepresenteerd. De vraag blijft dan of deze actiepunten de juiste zijn, bezien de bovenomschreven afweging. Als deze actiepunten niet de juiste zijn wie heeft daar dan schuld aan?

Vermoedelijk in januari 2009 wordt er weer een peiling gehouden. De kwaliteit van deze peiling is echter sterk afhankelijk van uw deelname zoals ik geprobeerd heb aan te tonen. Als u niet wilt deelnemen maar het enqu?te formulier terugstuurt met hierop twee zinnen waarom u niet meedoet, kan dit toch helpen met analyseren en conclusies trekken. Het plan van aanpak kan er aan kwaliteit door winnen.

Tot de volgende keer. Jan Tak

U bent hier