De vogeltrek begint!
De vogeltrek begint!
Maandelijke column door Herman Beuvens.
Augustus 2007
Het is nog volop zomer maar toch, onze eerste broedvogels vertrekken alweer naar hun winterverblijfplaatsen.
Een van de eerste vogelsoorten die vertrekt is de koekoek. Via Europa, de Middellandse Zee en de Sahara vertrekt hij naar Centraal- en Zuid-Afrika. Maar niet alle koekoeken vertrekken tegelijk. Alleen de volwassen vogels zijn nu op weg.
De jonge vogels die dit jaar uit het ei zijn gekomen vertrekken pas in de loop van de volgende maand. Dat kan omdat vader en moeder koekoek de zorg voor hun jongen aan andere vogelsoorten hebben overgelaten. Dat is natuurlijk wel gemakkelijk maar het schept ook een probleem. Hoe kunnen de jonge koekoeken, zonder de hulp van de oudere vogels, vanuit ons land de weg naar Zuid-Afrika vinden?
Dat kan omdat ze de informatie in welke richting en hoe ver ze moeten trekken van hun ouders hebben meegekregen. Het is erfelijke informatie die elke jonge koekoek van zijn natuurlijke ouders ontvangt. In september moet de jonge vogel gehoorzamen aan een natuurlijke drang die hij niet kan weerstaan, de drang namelijk om in een bepaalde richting over een bepaalde afstand te vliegen. Pas als de juiste afstand is afgelegd komt de vogel tot rust. Zo komt hij vanzelf in het juiste winterkwartier aan.
Men heeft als proef eens een groot aantal spreeuwen voor hun vertrek gevangen, vervolgens een paar honderd km naar het oosten of het westen gebracht en vervolgens weer vrijgelaten.
De jonge vogels volgen dan een route die even lang is als de oorspronkelijke trekroute maar welke inderdaad een paar honderd km naar het oosten of westen verschoven is.
Oudere vogels, die de tocht al enkele malen hebben afgelegd, laten zich niet altijd door deze proef in de luren leggen. Ze zijn in staat een koerscorrectie aan te brengen waardoor ze weer in hun oorspronkelijke winterkwartier aankomen. Hoe ze dat doen is voorlopig nog een raadsel.
Het trekgedrag bij de vogels is erfelijk vastgelegd. Hoe en wanneer het is ontstaan weten we niet maar toen het er eenmaal was is deze eigenschap door natuurlijke selectie versterkt. Vogels die goed de weg wisten te vinden naar hun winterverblijfplaatsen hebben namelijk een grotere kans om in leven te blijven en dus ook een grotere kans om deze eigenschap aan hun nageslacht door te geven.
Herman Beuvens