h

Zeggenschap over doelgroepenvervoer blijft lokaal

26 maart 2016

Zeggenschap over doelgroepenvervoer blijft lokaal

Op 11 december 2016 gaat een nieuwe dienstregeling in voor het openbaar vervoer in Limburg. Veolia heeft de afgelopen 10 jaar het openbaar vervoer gedaan. Destijds werd het doelgroepenvervoer ook door Veolia gewonnen en uitgevoerd. Voor de nieuwe periode zijn gemeenten zelf weer verantwoordelijk dit te organiseren. De wijze waarop zorgde voor discussie in de gemeenteraad van Weert. De SP speelde een belangrijke rol hier in.

Het doelgroepenvervoer gaat om taxivervoer van mensen die niet van regulier openbaar vervoer gebruik kunnen maken, meestal vanwege een (medische) beperking. Dit wordt vanuit het gemeentelijk WMO-budget betaald. Vanaf 2006 was Veolia verantwoordelijk. Dit bedrijf had een lage prijs geboden, om naast het reguliere openbaar vervoer en de regiotaxi ook het doelgroepenvervoer te mogen rijden. Gevolg is geweest dat onderaannemers onder kostprijs moesten rijden. Een ander probleem is dat de ritaanname niet centraal is, met als gevolg dat ritten niet gecombineerd worden.

Om het vervoer slimmer te organiseren en combineren is bedacht dat gemeenten samen het call-centrum, waar de telefoontjes binnenkomen, gaan inrichten en beheren. Ook zorgt dit centrum voor de inkoop van de taxiritten om het vervoer uit te voeren. De Limburgse gemeenten gaan dit samen organiseren. Om er voor te zorgen dat de termijn van december 2016 gehaald wordt, moeten de gemeenteraden voor 1 april hun instemming hebben gegeven over deze manier van werken en de organisatie.

“Als SP zijn we voor deze publieke samenwerking, we houden grip op de telefoontjes en de afhandeling er van,” stelt SP-raadslid Bert Peterse. “Een ander voordeel is dat op latere momenten ook andere vervoersactiviteiten onder deze centrale in te brengen zijn. Het college van Weert heeft qua toetreding nog een aantal voorwaarden die ze geregeld willen zien. Als er dan toch over voorwaarden gepraat wordt, zien we als SP ook nog een aantal zaken die we aanvullend geregeld willen hebben.”

Peterse licht de punten toe: “Zo willen we dat in de aanbesteding moet met minimumprijzen gewerkt worden, waarmee de taxi cao uitgevoerd kan worden, omdat we daar als gemeente de afgelopen jaren last van hebben gehad. Ook willen we dat de eigen bijdrage per km gelijk/ vergelijkbaar moet zijn als regulier OV-tarief (non-discriminatiebeginsel). Verder moet de gemeente Weert kunnen blijven beslissen over welke vervoerstromen onder de gemeenschappelijke regeling van de gemeenten gebracht worden. Het college kon deze voorwaarden overnemen en tot zo ver ook weinig debat in de gemeenteraad.”

“We willen zelfs nog een stapje verder gaan.” Peterse vertelt: “De gemeenteraad beslist of de gemeente aan een dergelijke gemeenschappelijke regeling mee mag doen. Reden is dat bevoegdheden overgedragen worden. Het college voert de onderhandelingen, maar de gemeenteraad heeft het laatste woord. Nu is het uiteindelijke reglement nog niet klaar, maar moet de gemeenteraad al wel toestemming geven. Dat voelt heel ongemakkelijk. Zo is opgenomen dat de gemeenschappelijke kosten voor de helft over het aantal inwoners per gemeente worden verdeeld. De andere helft van de kosten wordt over het aantal gebruikers (pashouders). Als SP stellen we voor dit niet over gebruikers, maar het aantal daadwerkelijk gereden ritten te verdelen. Dat maakt het voor de toekomst ook logisch, want dan betalen gemeenten die in de toekomst bijvoorbeeld het leerlingenvervoer onder deze centrale laten uitvoeren daar dan ook voor. Door dit als voorwaarde op te nemen vanuit de gemeenteraad heeft het college een heel zwaar argument in de onderhandeling met de andere gemeenten over de uiteindelijke regeling.”

De wethouder zei in zijn eerste termijn het hele amendement over te kunnen nemen. Peterse: “Op D66 na hadden alle partijen hun steun voor het vervoer en de regeling uitgesproken. De reactie van de wethouder zorgde voor een verrassing voor deze partijen, waarop geschorst werd om te overleggen. Reden was dat men niet kon overzien wat de consequenties waren. Resultaat was dat wij het amendement wijzigden van voorwaarde naar een zwaarwegende wens. Toen bleek dat dit de steun had van de coalitiepartijen, stemden oppositiepartijen CDA en PvdA tegen. Opmerkelijk, omdat zij in hun termijn ook hadden aangegeven voor de regeling te zijn en geen alternatief te zien. Resultaat is in ieder geval dat het college van Weert nu haar uiterste best moet doen om van de regeling een toekomstbestendige regeling te maken.”

U bent hier