Weert

'Ministerie liet bodem afplaggen om stuifzandgebied optimaal in stand te houden'

Defensie moet de beschadigingen die onlangs zijn aangericht aan prehistorische grafheuvels op de Boshoverheide in Weert, in kaart laten brengen en laten herstellen. Dat blijkt uit de beantwoording van schriftelijke vragen van de SP-gemeenteraadsfractie.

Een bericht in Dagblad de Limburger van dinsdag 20 januari 2009.

De fractie heeft begin december vragen gesteld naar aanleiding van de berichtgeving in deze krant over vernielingen aan het prehistorische urnenveld, dat de status rijksmonument heeft. In opdracht van defensie werd de bodem toen afgeplagd om het oorspronkelijke stuifzandgebied te behouden. Bij het afschrapen van de bovenste laag zijn kringgreppels rond de grafheuvels blootgelegd en beschadigd. De vrees bestaat dat de blootgelegde kringgreppels door winderosie verder worden aangetast.

De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) heeft defensie daarom opdracht gegeven de 'verstoringen ' in kaart te laten brengen door een archeologisch bevoegd bureau. Er wordt rekening mee gehouden dat er restanten van een prehistorische crematie of urnen zijn blootgelegd. Daarom moet ook onderzocht worden welke maatregelen genomen moeten worden om eventueel blootgelegde bodemvondsten weer af te dekken.

De grafheuvels dateren uit een periode van ongeveer 100 tot 500 voor Christus. Ze liggen op een terrein dat in het bezit is van Defensie, en dat in het verleden dienst deed als militair oefenterrein.