h

Vogelaar: Limburgse corporatiefusie nodig voor opgave Parkstad

17 juli 2007

Vogelaar: Limburgse corporatiefusie nodig voor opgave Parkstad

Minister Vogelaar geeft het groene licht aan de fusie van een aantal woningcorporaties -waaronder de bouwvereniging Weert- tot Wonen Limburg. Volgens haar is de fusie nodig omdat er een sterke partij nodig is om de stedelijke vernieuwing in Parkstad Limburg (ZO-Limburg) op gang te krijgen, zo stelt de minister in een antwoord op vragen die eerder door de SP gesteld wreden.

De SP is het met de minister eens dat het hoog tijd wordt dat de stedelijke vernieuwing in Heerlen, Kerkrade en omgeving serieus wordt aangepakt. De vraag of deze fusie daar nodig voor is. In het gebied zijn 17 corporaties werkzaam, waarvan er drie bij deze fusie betrokken zijn. De overblijvende 14 hebben samen driekwart van alle sociale huurwoningen in het gebied in handen. Dat schiet dus nog niet bijster op.


Voormalig mijnwerkerscomplex de Hopel in Eijgelshoven bij Kerkrade

Een alternatief voor de fusie zou het vormen van een wijkontwikkelingsmaatschappij voor het gebied Parkstad zijn, waarin alle corporaties deelnemen. Dan wordt een écht integrale aanpak mogelijk. Bij zo??n samenwerkingsverband helpen de rijke corporaties de arme, om zo een maximaal mogelijk maatschappelijk rendement te realiseren. Je moet dan natuurlijk wel bereid zijn om over je eigen lokale belang héén te kijken. Daar hebben sommige corporaties tamelijk veel moeite mee. dat egt de minister in reactie op de vragen die de SP eerder stelde

Het zou de minister sieren als zij haar energie daarop zou richten, in plaats van te kiezen voor de weg van de minste weerstand.

Beantwoording Tweede Kamervragen gesteld door de leden Jansen en Lempens (SP) over het voorstel tot opheffen Bouwvereniging Weert. Kenmerk: 2060717430

Vraag 1 . Hebt u kennisgenomen van het artikel ??Nieuw voorstel tot opheffing Bouwvereniging Weert?? Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorgangers op schriftelijke vragen over deze corporatie in 2001, 2002 en 2003?

Ja ik ken het artikel van 30 mei 2007 uit Het land van Weert. Ja, ik ken de antwoorden van mijn ambtsvoorgangers op schriftelijke vragen uit 2001, 2002 en 2003.

Vraag 2. Is het gegeven dat vier woningcorporaties in Midden- en Noord-Limburg al vijf, respectievelijk vier jaar, al hun activiteiten hebben overgeheveld naar het samenwerkingsverband Wonen Limburg -dus de facto gefuseerd zijn- zonder dat ze een fusieverzoek hebben ingediend bij uw ambtsvoorganger naar uw mening in overeenstemming met de letter én de bedoeling van de wet, die voorschrijft dat fusies van woningcorporaties toestemming vooraf behoeven?

Voor een goed begrip van de situatie in Midden- en Noord Limburg in de afgelopen tien jaar, is inzicht in de achtergronden noodzakelijk. Bij de sanering van de Stichting Woningbeheer Limburg (WBL) in 1996 is door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) geanticipeerd op een mogelijke fusie met één of meerdere collega corporaties. Bij fusie wordt een deel van het door het CFV verleende renteloos voorschot kwijtgescholden. De aanloop tot een fusie is in 1999 vormgegeven door samenwerking met Bouwvereniging Weert (BVW) en Stichting Vastgoed Roer en Maas in de samenwerkingsorganisatie Balans. Er is door de Balansorganisaties besloten tot fusie, maar dit besluit kon niet worden geëffectueerd door stokkende besluitvorming bij de BVW over de omzetting van de vereniging in een stichting. Nu de BVW wordt omgezet in een stichting, kan het eerder genomen fusiebesluit wel worden geëffectueerd en aan mij worden voorgelegd.
Corporatie Wonen Noord-Limburg maakt sinds 2004 deel uit van het samenwerkingsverband Balans door een fusie met Stichting Vastgoed Roer en Maas. De huidige samenwerkingspartners hebben de WBL de afgelopen jaren ondersteund met achtergestelde leningen. Met de fusie worden deze leningen verevend en is er sprake van een financieel krachtige organisatie. De afhankelijke positie waarin WBL terecht was gekomen door het uitblijven van de eerder geplande fusie is hiermee voorbij en daarmee is de sanering afgerond. Vanuit de positie van de WBL en vanuit de verantwoordelijkheid van het CFV als externe toezichthouder is dat uiterst gewenst.
De besluitvorming over de (deel)fusie die in 2004 aan mijn toenmalige ambtsvoorganger werd voorgelegd, heeft plaatsgevonden in het perspectief van de totale fusie op termijn. Gemeenten en huurderorganisaties hebben gereageerd op het voorstel vanuit het perspectief van een totaalfusie. De NMA heeft de totaalfusie beoordeeld, niet de deelfusie. Voor de NMA is er geen verschil tussen een juridische fusie of het aangaan van een personele unie, zoals nu nog het geval is binnen het samenwerkingsverband. Ook de Algemene Leden Vergadering (ALV) van de BVW heeft destijds met een meerderheid van ruim 80% fusie goedgekeurd. Er was dus volledig legitimatie om tot intensieve samenwerking over te gaan en de fusiesituatie zoveel mogelijk te benaderen. Mijn ambtsvoorgangers hebben wel aangedrongen op een zo snel mogelijk afronden van zowel de sanering als de daartoe strekkende fusie van de Balansorganisaties, maar zij hebben ook begrip getoond voor het feit dat niet alle stappen gelijk gezet konden worden.

Vraag 3. Zijn de geclaimde meerkosten van ?300.000 per woningcorporatie per jaar door het uitstel van de formele fusie extern getoetst? Zo ja, wat was de uitkomst van deze toets?

De ? 300.000 per woningcorporatie per jaar is een schatting van de meerkosten. De meerkosten zijn niet extern getoetst. De meerkosten ontstaan door het nauwkeurig moeten toedelen van kosten per regiokantoor (6) én per rechtspersoon (3 aparte corporaties en het samenwerkingsverband). Een onderhoudsopdracht voor een aantal complexen moet later weer gesplitst worden naar rechtspersoon. Er moeten verschillende jaarrekeningen worden opgesteld, verschillende opdrachten voor de accountantscontroles worden verstrekt, per rechtspersoon moet informatie geleverd worden aan het CFV, aan mijn ministerie, aan Aedes, aan de Kamer van Koophandel etc. De matching met de WBL betekent voortdurend heen en weer schuiven van geld. De financiering van de investeringen is bijzonder complex. De extra administratieve werkzaamheden worden door Wonen Limburg op 2 tot 3 fte. geschat.

Vraag 4. Wat is de precieze status van de binnenkort op te richten Bouwvereniging Weert 2007? Wordt dit een toegelaten instelling in de zin van de Woningwet? Wat worden de bevoegdheden van de leden bij deze nieuwe bouwvereniging? Onderschrijft u de uitspraak van de manager van de Bouwvereniging Weert dat de leden bij de nieuw op te richten Bouwvereniging Weert 2007 meer zeggenschap en bevoegdheden krijgen dan de nu nog bestaande op te heffen Bouwvereniging?

De nieuwe Bouwvereniging Weert 2007 is geen toegelaten instelling in de zin van de Woningwet. Het is een normale vereniging, opgericht door de leden van de voormalige Bouwvereniging zelf om de betrokkenheid van de leden bij de corporatie te garanderen. De vereniging sluit een overeenkomst met Stichting Wonen Weert en Wonen Limburg over de onderlinge relatie. De nieuwe vereniging krijgt een startkapitaal mee. Inmiddels is dit voorstel unaniem door de ALV op 12 juni overgenomen. De nieuwe Bouwvereniging Weert 2007 is opgericht en de overeenkomst is getekend. Wat betreft de zeggenschap en bevoegdheden het volgende. De ALV heeft bevoegdheden m.b.t. de goedkeuring van de jaarstukken, de benoeming van commissarissen (op bindende voordrachten), de statutenwijziging, de ontbinding e.d. Binnen de oude vereniging bestond vooral behoefte om het huurders- en bewonersbelang sterker naar voren te laten komen, maar dit stond op gespannen voet met de positie van de ALV als hoogste orgaan van de vereniging, dat alle belangen in ogenschouw moet nemen. De nieuwe vereniging kan zich vrij opstellen in de behartiging van specifieke belangen van huurders. In het contract met Stichting Wonen Weert is die adviesrelatie geregeld. Daarnaast kan de nieuwe vereniging zich aansluiten bij het platform van huurderorganisaties. Ze krijgt toegang tot structurele financiële ondersteuning en valt onder de participatieovereenkomst die met de huurderverenigingen is afgesloten. In die overeenkomst is precies geregeld op welke terreinen de huurderverenigingen informatierecht, adviesrecht of instemmingsrecht hebben.

Vraag 5. Waaruit blijkt de maatschappelijke meerwaarde van de fusie van de vier corporaties?

Er ligt nog geen officieel fusieverzoek. Ik ga ervan uit dat het verzoek binnenkort bij het CFV en bij mij zal worden ingediend en dat het betrekking zal hebben op drie, niet vier, stichtingen: Stichting Wonen Limburg, Stichting Woningbeheer Limburg en Stichting Wonen Weert. Een formeel verzoek zal ik in het licht van de fusie MG beoordelen. Daarop vooruitlopend zie ik als de belangrijkste maatschappelijke meerwaarde van de samenwerking en de fusie van de corporaties het definitief oplossen van het probleem van stichting WBL. Ook zie ik het belang van het oppakken van de opgave in Parkstad Zuid Limburg door een financieel en bestuurlijk sterke corporatie.

Vraag 6. Hoe beoordeelt u de prestaties van het samenwerkingsverband in het licht van de uitkomsten van het recente visitatierapport over Wonen Weert?

Wonen Weert (als regiokantoor) bestaat nu ruim drie jaar, heeft inspanningen gedaan om de situatie in Weert te verbeteren en heeft zich vrijwillig aangemeld voor het pilotproject visitatie van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). Het oordeel van de visitatiecommissie was overwegend positief. De prestaties van Wonen Weert waren voldoende tot ruim voldoende. Zo zijn forse verbeteringen gemaakt in de ambities ten aanzien van de lokale binding en verwacht de commissie op basis van harde plannen dat Wonen Weert de komende jaren een flinke inhaalslag zal maken in het maatschappelijk presteren. Aandachtspunten voor verbetering zijn onder andere het doelgroepenbeleid voor jongeren en de inzet van de vermogensovermaat. De laatste was het belangrijkste punt van kritiek. De commissie heeft geconstateerd dat de financiële ruimte van de BVW erg ruim is voor de problemen in Weert. Het voornemen van Wonen Limburg om de sterke financiële positie te gebruiken voor de huurders van WBL en de opgaven in Zuid-Limburg past precies in de visie van de visitatiecommissie, maar is door de commissie zelf niet expliciet in haar afwegingen meegenomen. Ik acht visitatie in het algemeen een goed middel om prestaties van corporaties te beoordelen. Ik vind de stap van Wonen Weert om zich zelf aan te melden en het rapport openbaar te maken een voorbeeld voor de gehele sector.

Vraag 7. Indien de maatschappelijke meerwaarde niet aangetoond is, waarom heeft de verantwoordelijke minister vijf jaar lang werkloos toegezien dat woningcorporaties in strijd met de Woningwet handelen? Bent u bereid om een toezichthouder aan te stellen om te verzekeren dat de betrokken woningcorporaties hun energie gaan besteden aan het voorzien in de woonbehoefte in de regio in plaats van aan megalomane schaalvergroting?

In mijn opinie is de maatschappelijke meerwaarde gelegen in het matchingsproces waarbij Wonen Limburg samen met de BVW de opgave van de WBL en de problemen in Parkstad oppakt. Met het CFV ben ik van mening dat in dit geval afronden van het sanerings- en fusietraject dat eind jaren 90 werd ingezet door nauwe samenwerking, daadwerkelijk kan worden afgerond door een fusie. Daarmee ontstaat een relatief groot conglomeraat, maar gezien de grote opgave in Parkstad sta ik daar in dit geval positief tegenover. Mijn ambtsvoorgangers hebben verschillende gesprekken gevoerd om de onafgeronde fusie als onderdeel van het onafgeronde saneringstraject van de WBL tot een goed einde te brengen. Dit kon echter niet zolang de ALV van de BVW zich verzette tegen de omzetting van vereniging naar stichting. Overigens was de ALV niet tegen de fusie met WBL en Wonen Limburg.
Ik ben niet bereid een toezichthouder aan te stellen, in tegendeel. Ik constateer dat met de omzetting van de BVW naar een stichting/toegelaten instelling en de oprichting van een huurdervereniging met vergaande bevoegdheden, tegemoet is gekomen aan de wensen van alle betrokken partijen. Ik ga ervan uit dat het aanpakken van de woonopgave in heel het werkgebied gebaat zal zijn met deze uitkomst.

SP stelt kamervragen over zoveelste poging opheffen Bouwvereniging Weert
'Bouwvereniging wordt stichting'

U bent hier