h

De onvrede is meer zichtbaar dan ooit

9 november 2016

De onvrede is meer zichtbaar dan ooit

Het is veel te gemakkelijk om de aanhangers van Donald Trump weg te zetten als boze, werkeloze, racistische blanke mannen. Hij heeft gewonnen dankzij een grotere groep armen, arbeiders, de middenklasse, dankzij de ‘gewone man’ die ontevreden is. Het is de definitieve openbaring van het falen van het ‘politieke midden’ en het neoliberalisme. En het is ook te gemakkelijk om Trump weg te zetten als een idioot. We, en dan met name links, moet er lessen uit te trekken, ook in Nederland.

Foto: Jeroen Goubet / SP Weert

Ik ben geen geschiedkundige maar enige kennis daarvan komt op dit soort momenten zeer van pas. O ja, dit kon best wel eens een lang stukje worden.

Eind jaren ’70 ontstond het huidige heersende politieke idee, het neoliberalisme. In Europa en in Amerika remde de ongekende economische groei van na de oorlog af. Tijdens die groei was er in alle Westerse landen in meer of mindere mate een welvaartsstaat opgebouwd. Er ontstond een denken dat deze welvaartsstaten en de rol van de overheid in het algemeen ‘te groot’ waren geworden. Ze werden niet langer gezien als een positief product van de groei maar als een bedreiging ervan.

De jaren ’80 werden ingeluid met  - toeval of niet, daarover zullen de meningen vast verdeeld zijn - de grootste economische crisis sinds de oorlog. Het neoliberalisme won snel aan populariteit. Rond diezelfde tijd kwamen in Amerika Ronald Reagan en in het Verenigd Koninkrijk Margaret Thatcher aan de macht, beiden welhaast het vleesgeworden neoliberalisme.

Tien jaar later viel de Berlijnse Muur en stortte het communisme haast overnacht in. De inmiddels volledig neoliberale Westerse orde interpreteerde dit als haar ultieme gelijk en werd de standaard. De Amerikaanse econoom Francis Fukuyama omschreef het in 1992 als ‘de gebeurtenissen waarvan we getuigen zijn, betreffen niet enkel het einde van de Koude Oorlog, of het voorbijgaan van een specifiek tijdperk uit de naoorlogse geschiedenis, maar het einde van de geschiedenis als dusdanig: namelijk, het eindpunt van de ideologische evolutie van de mensheid en de universalisering van de Westerse liberale democratie als de uiteindelijke vorm van menselijk bestuur.’ Dat liegt er niet om. Hier begon arrogantie van mensen zoals Hillary Clinton maar daarover later meer.

De invloed van de markt op de politiek won in de jaren ’90 verder aan terrein. Nog meer belemmeringen voor het grootkapitaal en de multinationals weden weggenomen. De Europese Unie ontstond en sloeg haar tot op heden voortdurende neoliberale koers in.

Opmerkelijk in deze ontwikkeling is de rol van de sociaaldemocratie. Waar het neoliberalisme vanuit rechts ontstond werd deze ideologie geleidelijk door links overgenomen. De strijd voor de ‘gewone man’ werd ingeruild voor samenwerking met het grootkapitaal. Door weggenomen regels explodeerden de winsten in met name de financiële sector. De gedachtegang was dat als nu een deel van die winsten naar de overheid vloeiden en gebruikt werden voor het in stand houden van een weliswaar afgeslankte welvaartsstaat dan was dat geploeter om stukje bij beetje wat van de koek te veroveren niet meer nodig.

En dat werkte op het eerste gezicht best goed. Het was een verdere onderbouwing van het gelijk van het neoliberalisme. Clinton deed het in Amerika, Tony Blair in Engeland, Schröder in Duitsland en Kok met Paars in Nederland. Het is niet vreemd dat al deze leiders in meer of mindere mate sociaaldemocraten waren.

In die tijd, toen Wilders nog bij de VVD zat, had alléén Jan Marijnissen van de SP, die sinds 1994 in de Tweede Kamer zat had kritiek op de elite en het systeem. Vroeg of laat zouden we de rekening gaan betalen.

Die rekening kwam letterlijk in 2008. Door de onvermijdelijke kredietcrisis deden de bankiers die dankzij het loslaten van alle regels zich schandalig hadden kunnen verrijken met geld dat eigenlijk niet bestond plots een beroep op de overheid om hen te redden. En dat gebeurde. Daarna stortte de economie evengoed verder in.

Maar deze ingrijpende gebeurtenis bracht het systeem hooguit wat aan het wankelen. Al snel werd alles weer ‘business as usual’. Na een kwart eeuw bleken veel geesten blijkbaar nog niet rijp voor het idee dat het neoliberalisme niet het antwoord op alles kon zijn. Of toch wel?

Zeker wel. Het was vooral de bestuurlijke elite,  het grootkapitaal en de media die nog steeds dachten dat ze goed bezig waren. Bij de gewone man groeide de onvrede – al een hele tijd trouwens, Fortuyn kwam tenslotte ook niet uit de lucht vallen - wel degelijk.

Ten eerste omdat het neoliberalisme haar beloftes niet heeft waargemaakt. Al drie vrije handel, minder regels en samenwerkingsverdragen zouden ervoor zorgen dat iedereen erop vooruit ging. Maar het besteedbaar inkomen van de middenklasse is in de westerse wereld in de afgelopen dertig jaar niet of nauwelijks gestegen. De armen zijn er zelfs op achteruit gegaan, in Nederland minstens tien procent sinds 1980. De rijken daarentegen zijn exorbitant rijker geworden. Dat leidt tot onvrede.

Ten tweede is neoliberalisme ook individualisme. Het is niet vreemd dat solidariteit, normen en waarden en eigenlijk alle sociale structuren in een neoliberale wereldorde op de helling gaan. ‘De overheid kan je niet gelukkig maken, ‘zoals Mark Rutte ooit zei, maar moet daarvoor wel de mogelijkheden scheppen! Waar zijn de gelijke kansen of zelfs de gelijke rechten voor iedereen gebleven? Dat leidt tot onvrede en verontwaardigdheid.

Ten derde is het neoliberalisme hol. Het biedt geen hoop, geen wekend perspectief voor een betere toekomst. Daar moet je tenslotte zelf maar voor zorgen. De neoliberale wereldorde heeft ook geen vrede gebracht. De wereld lijkt meer in brand te staan dan ooit. Dat leidt tot onvrede, verontwaardigdheid en angst.

Een tikkende tijdbom.

Dat de teller liep zagen we al een tijdje. Het nee tegen de Europese grondwet. Onafhankelijkheidsbewegingen in Europa. Vluchtelingenstromen. Onvrede over asielzoekers. Het nee tegen het Oekraïne verdrag in Nederland en de Brexit. Nu lijkt de bom te barsten.

Amerika heeft voor Trump gekozen bij gebrek aan beter. En dat is niet per sé een keuze voor rechts. Want diezelfde politieke elite waar ik zoals gezegd de sociaaldemocratie ook toe reken en de media stellen de laatste tijd dat links vleugellam is. Dat zou blijken uit peilingen. Dezelfde peilingen die de winst van Clinton voorspelden soms? Dezelfde peilingen die zeiden dat Bernie Sanders geen enkele kans maakte op nominatie?

Want de vraag die ik helemaal niet meer terughoor is ‘wat als Bernie Sanders het had opgenomen tegen Trump?’ De steun voor het in Amerika ongekende linkse verhaal van Sanders groeide snel en de midden-elite uit het kamp Clinton moet het toch even benauwd hebben gekregen. De strijd Sanders – Trump was een andere geweest. Maar het laat zien dat de nieuwe strijd tussen links en rechts een kwestie van tijd is.

Dat wordt een andere strijd dan vroeger. Daarover later meer. Want wat nu opvalt aan Trump is de compleet andere toon die hij tijdens zijn overwinningstoespraak aansloeg. Verzoenend in plaats van mensen tegen elkaar opzetten. Het meest bijzondere was de aankondiging dat hij gaat investeren. In infrastructuur, voorzieningen, banen, enzovoorts. Hoe links wil je het hebben!

Trump is namelijk verre van een idioot (daar is die arrogantie weer). Hij is een meester in het opnieuw uitvinden van zichzelf en heeft dat in het verleden al vaak bewezen.

Ik denk dat Wilders op dit moment heel goed oplet. Hij verstaat dat kunstje namelijk ook. Wilders voelt ook de onvrede van de ‘gewone man’ en als die zich richt op moslims, Grieken, Europa, Zwarte Piet-zeikers en weer terug, dan gaat hij er moeiteloos in mee. Hij beseft dat hij met extreme plannen als grenzen dicht en mensen het land uit misschien wel verkiezingen kan winnen, maar dat hij daarna aan de knoppen het beste kan en ook gaat scoren met linkse thema’s. Net zoals Trump dat volgens mij gaat doen.

Daarin zit ook de valkuil voor links en dan met name de SP. Want de strijd tussen links en rechts komt maar wordt een andere dan vroeger.

Socialisten moeten zich realiseren dat ze niet allen strijd voeren vóór en met de armen. Ze moeten ook strijd voeren vóór en met de middenklasse, vóór en met die bijna negentig procent van de bevolking die er in de afgelopen dertig jaar niet op vooruit is gegaan.

En socialisten moeten zich realiseren dat niet alleen ‘lager opgeleiden’ (verschrikkelijk woord trouwens) zich zorgen over of hun kinderen het beter gaan krijgen dan zijzelf. Dat ook ‘hoger opgeleiden’ (net zo verschrikkelijk) die zich financieel geen zorgen hoeven te maken, misschien zelfs in een heel duur huis wonen of een eigen bedrijf hebben, bezorgd zijn over de uitholling van solidariteit en het verval van normen en waarden.

Ook socialisten moeten zich realiseren dat de thema’s van vandaag niet alleen zorg en verkleining van de inkomensverschillen en klimaatverandering zijn. Ook integratie, immigratie en Zwarte Piet zijn onderwerp van discussie. Bewust noem ik dat laatste want vooral linkse mensen beginnen daarbij nog wel eens te gniffelen. Daar is-tie alweer,  dezelfde politieke correctheid en arrogantie als die van Hillary Clinton wat mij betreft.

Tot slot van dit lange stuk.

Ik geloof nog steeds in links. In echt links. In het links van onderop, van de SP en van Bernie Sanders. Maar dat links moet ook durven de bakens wat te verzetten. Accepteer ook die andere thema’s. Ga ook keihard de discussie aan over immigratie en integratie bijvoorbeeld. Laat de alternatieven zien maar zonder die politieke correctheid. In de jaren ’80 had de SP dat lef tenslotte al toen ze kwam met de beroemde brochure ‘Gastarbeid en kapitaal’.

Alleen dan valt er in maart wat te kiezen in Nederland. De onvrede is zichtbaarder dan ooit, het midden heeft afgedaan en de SP moet daarom een stap vooruit doen.

Want anders gaat Wilders net als Trump verbazingwekkend gemakkelijk winnen. Echt waar.

Jeroen Goubet

U bent hier