Varens
Varens
Maandelijkse column door Herman Beuvens
November 2009
Veel planten zijn nu bovengronds afgestorven en wachten geduldig, in de bodem, op betere tijden, lees de lente. Een groot aantal planten overwintert als zaad in de bodem. Dat zijn de zogenaamde eenjarigen. Meerjarige planten overwinteren in de bodem als knol, bol, wortelstelsel of wortelstok. Zij zijn straks in het voordeel ten opzichte van de eenjarigen want omdat ze ondergronds reservevoedsel hebben opgeslagen kunnen ze zodra de lente aanbreekt meteen gaan groeien.
Een groep planten die zo overwintert zijn de varens. Varens zijn al heel oud. Zo'n 350 miljoen jaar geleden verschenen de eerste varens op onze aarde. Daarmee vergeleken zijn onze bloemplanten maar jong want die zijn pas 150 miljoen jaar op aarde.
Varens planten zich voor door middel van sporen zoals bijvoorbeeld de mossen en de paddestoelen dat doen. Bloemplanten doen dat door middel van zaden. Wat is nu het verschil tussen een zaad en een spore?
Als een zaad(je) op de bodem valt kan zich daaruit direct een complete plant ontwikkelen of het nu gaat om een afrikaantje of een eik.
Bij een spore van bijvoorbeeld een varen ligt de zaak wat ingewikkelder.
Valt zo'n spore op een geschikte plaats de grond dan ontstaat daaruit een klein, hartvormig, donkergroen blaadje, het zogenaamde prothallium. Het ligt plat op de grond. Aan de onderzijde bevinden zich een aantal haartjes waarmee het zich voedt en aan zich aan de grond kan bevestigen.
Zijn de omstandigheden gunstig dan ontstaan op dat prothallium een aantal flesvormige vrouwelijke geslachtsorgaantjes, de archegoniën, en mannelijke geslachtsorgaantjes, de antheridia. Uit deze laatste komen op een gegeven moment mannelijke geslachtscellen tevoorschijn die naar de vrouwelijke geslachtsorgaantjes bewegen.
Zodra een van de mannelijke geslachtscellen er in is geslaagd om de eicel die in zo'n archegonium zit te bevruchten gaat die uitgroeien tot een nieuwe varenplant. Het oorspronkelijke prothallium wordt door de jonge varenplant als voedsel opgegeten. Zo'n eerste kiemplantje is uiterst kwetsbaar. Er hoeft maar een boomblaadje op te vallen waardoor er geen licht meer bij kan en het sterft onherroepelijk af.
Daarom verspreiden veel varens zich via wortelstokken zodat ze niet zo afhankelijk zijn van dat kleine, kwetsbare prothallium.
Dit laatste doet de adelaarsvaren die vooral in de Groote Peel in grote getale voorkomt. Deze varen kan oppervlakten van enkele honderden vierkante meters volledig domineren dankzij zijn uitgebreid wortelstoksysteem.
Herman Beuvens