h

De opruimers in het bos

1 oktober 2009

De opruimers in het bos


Maandelijkse column door Herman Beuvens
Oktober 2009

Verreweg de grootste groep paddestoelen in de natuur behoort tot de groep van de saprofieten ofwel de opruimers. Deze paddestoelen groeien op bijvoorbeeld dood hout, afgevallen bladeren en naalden maar ook op humus, denne- en sparrenappels, vogelveren, notendoppen en noem maar op.

Samen met allerlei bodemdieren zoals insekten, wormen en een hele serie bacteriën zorgen ze er voor dat al dat dode materiaal uiteindelijk weer wordt omgezet water, kooldioxide en mineralen. En die eindprodukten zijn dan voor de hogere planten weer de bouwstoffen om hout, bladeren, naalden en vruchten te maken. Daarmee is dan de grote kringloop in de natuur weer rond.

Zo'n kringloop gaat snel. In een gezond bos met een gezonde bodembewoning zal een blad dat deze herfst van de boom valt komende herfst al opgeruimd zijn. Helaas, door de toenemende vervuiling van lucht, water en bodem gaat ook dit proces niet meer zo snel. In plaats van een jaar duur het nu gemiddeld drie jaar voordat het afval in de natuur is opgeruimd.

Een bekende opruimer in het bos is het zwavelkopje. U kunt hem nu in grote bundels op dode houtstronken zien staan. Soms staat hij ook op dode wortels die in de grond zitten. Het is een helder gele paddestoel die, als hij rijp wordt, donkergroene sporen produceert. Daardoor kleuren de plaatjes, die onder aan de hoed zitten, ook donker.

Een andere opruimer in het bos is het eikebladzwammetje. Zoals al uit de naam is op te maken is dit een paddestoel die dode eikebladeren opruimt. Het is een beige-bruine paddestoel met een holle steel.
Een andere, zeer algemene opruimer van dood loofhout, vooral dood berkehout, is de spekzwoerdzwam. Dit is geen paddestoel met steel en hoed maar een elastisch, roze vruchtlichaam met witte randen dat als een korst op het hout groeit.

Het ziet er uit en voelt ook aan als een stuk spekzwoerd alleen het smaakt totaal anders!

Ook inktzwammen behoren tot de opruimers in de natuur. De meest opvallende is de geschubde inktzwam, hij kan wel meer dan 15 cm hoog worden. Als de sporen rijp worden verandert, bij alle inktzwamsoorten, de rand van de hoed in een zwarte, slijmachtige vloeistof. Op den duur steken dan alleen nog maar de stelen van de paddestoelen uit de grond.

Herman Beuvens

U bent hier