h

Overwinteraars in de tuin

1 december 2008

Overwinteraars in de tuin


Maandelijke column door Herman Beuvens.
December 2008

De herfst loopt ten einde en de winter komt eraan. Omdat de warmte die in de zomer in de bodem is opgeslagen nu bijna geheel verdwenen is, voelt het ook buiten koud aan. Maar de echte winter met vorst, ijzel en sneeuw moet nog beginnen (hoewel we al een klein voorproefje hebben gehad) en tot die tijd zijn er in de natuur planten zoals bijvoorbeeld het herderstasje, vogelmuur en paarse dovenetel die nog bloeien. Het zijn wel niet de meest spectaculaire bloeiers en je moet goed kijken om ze te ontdekken ook in de tuin. Als er eerst een pak sneeuw komt en daarna pas vorst kunnen deze "dappere" planten ook zelfs een aantal graden vorst overleven omdat de sneeuw een prima isolatiedeken vormt.

De meeste planten bloeien echter niet door in de winter maar hebben al vroeg maatregelen getroffen om de barre tijd tot de lente te overbruggen.

Van de meeste overblijvende planten zijn de bovengrondse plantendelen afgestorven en ze leven ondergronds voort in wortelstokken (lelietje- van-dalen), bollen (narcissen), knollen (dahlia's) of dikke wortels (zuring).

Andere planten, de eenjarigen, sterven helemaal af nadat ze eerst overvloedig zaad hebben gevormd waaruit in het voorjaar dan weer nieuwe planten kunnen opgroeien.

Maar niet alleen planten moeten overwinteren ook veel insecten moeten op de een of andere manier dit koude, barre jaargetijde overleven. Alleen de honingbijen en de mieren doen dit als volk gezamenlijk alle andere insecten moeten dit op hun eentje doen. De bevruchte, jonge koninginnen van de hommels en de wespen hebben een veilig plaatsje moeten zoeken om daar de lente af te wachten.

Er zijn vlinders, de citroenvlinder bijvoorbeeld, die hun lichaamsvloeistoffen in een soort antivries veranderen en dan hangend aan de tak van een struik, hulst bijvoorbeeld, de winter doorbrengen. In het voorjaar zijn zij dan ook natuurlijk de eerste vlinders die weer kunnen rondvliegen.

Veel insecten overwinteren ook als eitje, larve of pop: allemaal goed verscholen.

Zo'n schuilplaats moet niet alleen bescherming bieden tegen de kou maar ook tegen hongerige vogels want hoewel velen daarvan naar warmere streken zijn vertrokken, zijn er nog genoeg overgebleven. Voor deze overblijvers zijn al die insecten in welke vorm dan ook een levensbelangrijke voedselbron.

Het is dan ook werkelijk verbazingwekkend dat met zoveel hongerige magen in de winter, straks in het voorjaar weer zoveel insecten tevoorschijn zullen komen.

Herman Beuvens

U bent hier