De opruimers
De opruimers
Maandelijke column door Herman Beuvens.
Oktober 2008
De natuur produceert elk jaar weer een enorme hoeveelheid dode biomassa. Al dat dode, organische materiaal moet worden omgezet in stoffen die door de levende natuur kunnen worden gebruikt als voedsel of als bouwstof.
In dat hele proces van afbraak spelen schimmels en paddenstoelen een heel belangrijke rol. Meer dan 90 procent van alle takken, bladeren en boomstammen die in een bos op de grond terecht komen wordt door hen afgebroken. Zonder die schimmels en paddenstoelen zou het bos omkomen in zijn eigen afval.
Paddenstoelen die dit dode, organische materiaal afbreken heten saprofyten.
Er zijn in het bos ook schimmels en paddenstoelen werkzaam die geen dode materie afbreken maar nog levende bomen en struiken aantasten. Deze noemen we parasieten. Een gezonde boom is meestal wel bestand tegen een aanval van een parasiet maar zieke of verzwakte bomen vaak niet.
Saprofyten en parasieten komen voor op alle delen van planten bomen: stam, schors, bladeren, naalden, bloemen, vruchten, enz.
Ze komen vaak voor in een vaste opeenvolging.
Nummer een begint met de aantasting van bijvoorbeeld een omgevallen boomstam, verdwijnt na verloop van tijd waarna zijn plaats door een volgende wordt
overgenomen.
Dit gaat zo door totdat het hout uiteindelijk totaal is vergaan. Er is vastgesteld dat bijvoorbeeld op een omgevallen beukenstam in acht jaar tijds meer dan honderd elkaar opvolgende schimmels, paddenstoelen en slijmzwammen zijn opgetreden.
Al die schimmels en paddenstoelen groeien niet zomaar door elkaar. Waar twee naburige zwamvlokken of schimmels elkaar ontmoeten ontstaat een scherp afgebakende grens die vaak ook in het hout te zien is.
Bekende saprofyten die U ongetwijfeld op Uw wandeling in het bos kunt tegenkomen zijn de zwavelzwammen. Deze groeien altijd op hout. Als het lijkt dat de op zand groeien staan ze altijd op een in het zand verborgen wortel.
Ook alle soorten inktzwammen staan op dood hout en zijn dus saprofyten.
Van de parasieten is vooral de honingzwam berucht en gevreesd.
Deze kan zich niet alleen door middel van sporen voortplanten maar ook via zogenaamde rhizomorfen.
Dat zijn meestal zwart gekleurde draden die door de zwamvlok worden gevormd en vanuit de aangetaste boom ook de gezonde buurman aanvalt.
Ook de huiszwam, een parasiet die in bewerkt hout in huizen voorkomt, kan zich via rhizomorfen voortplanten en zo ook het huis van de buren bereiken.
Herman Beuvens