h

Helikopters

1 juli 2008

Helikopters


Maandelijke column door Herman Beuvens.
Juli 2008

Er zijn veel dieren die kunnen vliegen maar geen enkele kan het zo goed als de libellen. Dat zijn echte helikopters: omhoog, omlaag, vooruit, achteruit, opzij en bovendien kunnen ze ook nog stil hangen in de lucht.

Daarnaast kunnen ze ook nog eens sneller vliegen dan welk ander insect dan ook.

Alle libellen hebben net als alle andere insecten twee paar vleugels: twee voorvleugels en twee achtervleugels.

Ze kunnen hun onge?venaarde vliegprestaties leveren omdat ze hun vier vleugels onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen en dat kan geen enkel ander insect.

Libellen worden in twee groepen onderverdeeld: de gelijkvleugeligen of juffers en de ongelijkvleugeligen of echte libellen.

Bij de juffers zijn de voor- en achtervleugels gelijk van vorm, bij de echte libellen zijn de achtervleugels sterk verbreed. Dat is natuurlijk nauwelijks te zien maar gelukkig zijn er meer verschillen.

De echte libellen houden in rust hun vleugels gespreid of zelfs iets naar voren gericht, de juffers houden in rust hun vleugels langs hun achterlijf gericht of soms omhoog.

Ook aan de plaats en grootte van beide facetogen kunt U zien of U met een echte libel of met een juffer te maken hebt. Bij de eerste zijn de ogen zo groot dat ze soms wel tegen elkaar aan zitten terwijl bij de juffers de afstand tussen beide ogen groter is dan de breedte van een oog.

Naast de twee facetogen hebben beide soorten nog iets dat veel ouders en opvoeders soms wel eens graag zouden willen hebben: extra ogen in hun achterhoofd. Beide soorten bezitten namelijk ook nog eens een drietal puntogen boven op hun kop.

Echt goed kunnen ze er niet mee zien maar ze kunnen er wel licht en donker mee onderscheiden.

Net als alle andere insecten hebben libellen drie paar poten. Daarmee kunnen ze niet of nauwelijks lopen, ze dienen vooral om prooien te vangen en vast te houden. Libellen zij echte jagers. Ze vangen een heel breed scala van allerlei insecten zoals vliegen muggen maar ook vlinders, andere kleinere libellen en soms zelfs kleine, weke dieren.

Ze zijn dus erg belangrijk bij het in toom houden van diverse, voor ons mensen, lastige en schadelijke soorten insecten.

Zelf vormen ze, omdat ze zo goed kunnen vliegen, een moeilijk te vangen prooi voor andere dieren. Alleen vogels die goed kunnen vliegen en heel wendbaar zijn zoals boomvalken en zwaluwen kunnen ze vangen.

Herman Beuvens

U bent hier