h

Voorjaarsbodes

1 februari 2008

Voorjaarsbodes


Maandelijke column door Herman Beuvens.
Februari 2008

Het is nog hartje winter: sneeuw en ijs en nog altijd (een kleine) mogelijkheid dat de natuurijsbaan nog een keer open gaat. De lente lijkt ver weg maar toch, de eerste tekenen dat over anderhalf tot twee maanden de winter ten einde is, zijn buiten al te zien.

Twee bomen komen deze maand al in bloei: de hazelaar en vlak daarop de els.
In onze streek komt vooral de gewone hazelaar voor: een forse struik die wel drie tot acht meter hoog kan worden. Daaraan komen in het najaar de bekende eetbare hazelnoten.
De hazelaar is eenslachtig: het stuifmeel en de stempel zitten in twee aparte bloemen die overigens wel aan dezelfde struik zitten. Dit laatste heet dan eenhuizig. De mannelijke bloemen vallen het meest op. Het zijn de katjes, enkele cm's lange bloeivormen die nu aan de takken hangen. Die produceren grote hoeveelheden stuifmeel. Dat moet wel want in deze tijd van het jaar zijn er nog geen insecten die voor de bestuiving kunnen zorgen. Dat moet gebeuren door de wind. Die blaast dat stuifmeel door de lucht en hopelijk komen dan enkele korreltjes dan op een vrouwelijk bloempje terecht.
Die vrouwelijk bloempjes zijn heel klein, hoogstens een tot anderhalve mm in doorsnede. Ze zijn rood en zitten praktisch zonder steel aan de takken.

De els is, net als de hazelaar, eenslachtig en eenhuizig. Er komen hier voornamelijk twee soorten voor: de zwarte els en de witte els. Beide soorten zijn gemakkelijk te van elkaar te onderscheiden door hun bladvorm. De zwarte els heeft ronde, nauwelijks getande bladeren en de witte els heeft spitse, dubbel getande bladeren.
Het meest opvallende van de els zijn de vrouwelijke bloempjes, de zogenaamde elzenproppen. Aan een boom komen drie generaties vrouwelijke bloemen voor. De oudste zijn donkerbruin en de schubben staan wijd open. Het zaad dat tussen de schubben zat is er uit gevallen of door vogels, vooral mezen en sijsjes, er uit gepikt. Dan zijn er de groene katjes die al vorig jaar gevormd zijn maar pas dit jaar gaan rijpen. Tenslotte zijn er de jonge proppen die nog bevrucht moeten worden en nog twee jaar voor de boeg hebben.
De mannelijke bloemen zijn weer de bekende langwerpige katjes die in het voorjaar gaan bloeien en waarvan het stuifmeel door de wind naar de vrouwelijke bloempjes moet worden gebracht.

Herman Beuvens

U bent hier