Zomerse overvloed
Zomerse overvloed
Maandelijke column door Herman Beuvens
Augustus 2006
De overvloed aan nectar en stuifmeel die de natuur nu biedt heeft tot gevolg dat het insectenleven op volle toeren draait en vooral bij de bijen is dat goed te zien.
Onze gewone honingbijen overwinteren namelijk als volk en daarom moeten ze nu voor de winter een voedselvoorraad aanleggen. De honing die ze daarvoor verzamelen wordt door de imker dankbaar geoogst.
De imker moet dus in de winter voor vervangend voedsel zorgen en dat doet hij in de vorm van suikerwater.
Ook de hommels, lid van de bijenfamilie, zijn nu actief met het verzamelen van voedsel. Ze zijn een stuk groter dan de bijen en voorzien van fraaie gekleurde ringen op borst en achterlijf. Aan deze kleuren zijn de verschillende soorten te onderscheiden.
Er zijn in Nederland zes algemeen voorkomende hommelsoorten: de aardhommel, de tuinhommel, de boomhommel, de weidehommel, de steenhommel en de akkerhommel.
Hommels hebben ook een veel langere tong dan bijen, die van de tuinhommel is bijna 12 mm lang terwijl de tong van een honingbij maar net 5 mm lang is. Ze kunnen daarom ook nectar verzamelen uit bloemen waar gewone bijen niet aan kunnen komen bijvoorbeeld uit de kamperfoelie.
Hommels kunnen enorme ladingen nectar en stuifmeel vervoeren wel 20% tot 60% van hun eigen gewicht, en daar kunnen ze dan ook nog eens mee vliegen.
Een hommel wil ook wel eens inbreken. Wanneer ze, ondanks haar lange tong niet bij de nectar kan komen omdat die te diep in de bloem zit, dan bijt ze een gaatje aan de zijkant van de bloem. Op die manier kan ze wel bij de nectar komen alleen de bloem wordt wel niet bevrucht.
In tegenstelling tot de bijen overleven alleen de jonge hommelkoninginnen de winter, de rest van het hommelvolk sterft in het najaar.
Deze jonge koninginnen graven zich in en wachten tot het volgende voorjaar. Dan komen ze tevoorschijn en beginnen op een geschikte plaats met het stichten van een nieuwe kolonie. In het begin staat de koningin er helemaal alleen voor en krijgen de larven maar net genoeg voedsel om in leven te blijven, te verpoppen en volwassen te worden. Deze eerste hommels van een nieuw volk zijn dan ook beduidend kleiner dan diegenen die later komen want dan heeft de koningin inmiddels hulp gekregen van de werksters.
In het Weerter land bloeit nu ook een heel bijzondere plant en wel de breedbladige wespenorchis. Deze echte inlandse wilde orchidee bloeit in de IJzeren Man maar ook in de diverse plantsoenen in de stad zoals bijvoorbeeld in het plantsoen voor de oude (witte) Oda School aan de Boshoverweg. Het is een van de grotere inlandse orchideeën, 20 tot 80 cm hoog.
Herman Beuvens