Weert

Naar aanleiding van een rapport van de Inspectie Werk en Inkomen over de indicatiestelling bij de sociale werkvoorziening willen wij weten hoe het daarmee staat in Weert. En hoe kan een volksvertegenwoordiger controleren hoe het met de uitvoering van deze wet gaat.

De brief aan het college:


Aan het College van B&W van Weert
Kopie aan de raad

Weert, 7 april 2004

Betreft: indicatiestelling sociale werkvoorziening

Geachte heer / mevrouw,

Na lezing van het rapport Indicatiestelling sociale werkvoorziening van 13 juni 2003 gepubliceerd door de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) (zie bijlage) hebben wij enkele vragen.

Het IWI constateert dat er veel gemeentebesturen niet in zijn geslaagd om aan de wettelijke eisen te voldoen vwb indicatiestelling; ‘In de uitvoering moeten de gemeentebesturen nog veel verbeteren.’ Men is nagegaan of de wijze waarop het indicatieproces is ingericht risico’s meebrengt voor de onafhankelijkheid van de oordeelsvorming, of de beheersing van het proces aan de normen voldoet, en of het proces van oordeelsvorming voldoende transparant is. De bevindingen zijn niet positief.

Preadviezen, uitgebracht door functionarissen van de SW-organisatie beïnvloeden sterk de indicatiestelling terwijl deze adviezen lang niet altijd zijn onderbouwd. Niet zelden zijn er beperkingen aan de vergadertijd waarbinnen de bespreking van de dossiers moet zijn afgerond. Bij een dergelijke constellatie is er een risico dat de commissie zich bij haar oordeel sterk laat leiden door wat haar is aangereikt, zo vermeldt de IWI in haar rapport. Ook het verplichte kwaliteitszorgsysteem was bij 60 procent van de onderzochte instellingen onvoldoende terwijl IWI aangeeft dat ze de regels zelfs ruim toegepast hebben.
De gemeentebesturen zijn tot op bepaalde hoogte vrij om het indicatieproces naar eigen
inzicht in te richten. ‘Wel moeten zij zorgdragen voor de kwaliteit ervan en hebben zij daarbij
de verplichting tot het inrichten van een kwaliteitszorgsysteem waarmee ze het indicatieproces
kunnen beheersen’, aldus de Inspectie.

Opmerkelijk is de constatering dat: ‘Hoewel de gemeenten de wet uitvoeren, hebben zij veelal niet voldoende informatie over de procedures binnen hun SW-organisaties.’ Daarom heeft IWI de voor het onderzoek noodzakelijke informatie ingewonnen bij de SW-organisaties. Uit de ruim honderd organisaties is een aselecte representatieve steekproef getrokken. Zo hebben er 36 SW-organisaties aan het onderzoek deelgenomen. IWI doet haar uitspraken evenwel over gemeenten. Die zijn immers bestuurlijk verantwoordelijk voor de indicatiestelling, zo stelt men.

Onze vragen:

1. De gemeente Weert heeft de uitvoering van de wet samen met Nederweert, Hunsel en Cranendonck neergelegd bij De Risse. Was dit een van de onderzochte bedrijven?
   Zo ja, wat waren de bevindingen? Zo neen, kunt u ons informeren over de kwaliteit van de indicatiestelling bij De Risse?
   Het IWI geeft aan dat gemeentes, dus ook gemeenteraadsleden, niet voldoende informatie hebben over de procedures binnen hun SW organisatie. Wij bevestigen dit, terwijl wij ons toch verantwoordelijk voelen en dit ook zijn.

2. IWI geeft aan tot onderzoek te zijn gekomen n.a.v. een onderzoek door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), begin 2000. Daarbij was o.a. aan het licht gekomen dat het kwaliteitszorgsysteem meestal ontbrak. Het IWI-onderzoek bevestigt dit drie jaar later.
   Bent u ook van mening dat de controle vanuit de gemeente te veel gericht is op de controle van de financiën, terwijl dit andere belangrijke aspect is ‘vergeten’?

3. De inhoudelijke kwaliteit van de oordeelsvorming door de indicatiecommissies is niet onderzocht door het IWI.
   Na het doorlezen van het rapport maken wij ons zorgen dat de kwaliteit hiervan ook niet is wat ze behoort te zijn. Bijvoorbeeld: aan de hand van de indicatiestelling wordt een Persoonlijk Opleidingsplan gemaakt voor de werknemer. Als de indicatiestelling niet goed van kwaliteit is dan zal het vervolg daarvan in het verlengde liggen.
   Kunt u onze zorg in deze wegnemen, of delen?

4. Het lijkt erop dat in de toekomst het CWI (centrum voor werk en inkomen) de indicatiestelling zal gaan doen met het kwaliteitszorgsysteem.
   Hoe kan een verantwoordelijk gemeenteraadslid een goede controle uitoefenen? Is hij/zij dan weer afhankelijk van het feit dat er wel of geen onderzoek komt, of moeten wij dan maar aannemen dat dan alles goed verloopt?

Namens de Socialistische Partij afdeling Weert

Jan Tak
Paul Lempens