h

SP-senatoren in gesprek met oudere allochtonen in Weert

23 maart 2005

SP-senatoren in gesprek met oudere allochtonen in Weert

Op woensdag 23 maart waren de SP Eerste Kamer-leden Anja Meulenbelt en Tiny Kox op bezoek in Weert. Zij spraken met een groep oudkomers (oudere allochtonen) die eerder op bezoek waren geweest bij de SP in Den Haag. Het gesprek ging over de specifieke situatie voor deze groep Nederlanders en over het landelijk integratie-beleid.

Overgenomen van de weblog Anja Meulenbelt:

Weert. In februari kwam er een groep ‘oudgedienden’,
Turkse en Marokkaanse mannen naar de Eerste Kamer op bezoek.
We spraken toen af dat we nog een keer naar Weert zouden komen om verder met hen te praten. Dat was gisteravond.
Najim Adda, opbouwwerker van PUNT Welzijn had het georganiseerd, Paul Lempens,
van de SP afdeling van Weert was er ook,
Leyla Cekir, die binnenkort met een bus vrouwen naar Den Haag komt was er, en een paar bekende en nieuwe gezichten.
De meesten van hen de mensen die we vroeger gastarbeiders noemden. Nu worden ze ouder. Veel van hen werken niet meer,
een paar van hen in de WAO. Een paar representanten van de tweede generatie die het voor de generatie van hun ouders
op willen nemen. Het werd een levendige avond, in het Nederlands, en soms voor de zekerheid vertaling in het Turks,
Berbers, Arabisch door elkaar. En uiteraard, met een tafel voor met lekkernijen en met Marokkaanse thee.

Tiny Kox en ik schrijven aan een nota over migratie/integratie/emancipatie voor de SP, en willen voor we de eindtekst inleveren
met veel migrantengroepen en allochtonenorganisaties praten: wat is er allemaal aan de hand, wat gaat er goed, wat kan er beter,
wat zijn de echte problemen en wat moet er aan worden gedaan, wat doen de migrantenorganisaties zelf en wat zou de overheid moeten
doen, en welke taak is daarbij weggelegd voor een socialistische partij?

Gisteren hadden we het eerst over de woonbehoeften van de ouder wordende eerste generatie migranten. Die hebben hier vaak geen
voorbeelden van ouders die moeten kiezen tussen thuis blijven, en hoe dan, of naar een verpleeghuis als het thuis niet meer gaat.
Traditioneel leven in Turkijke en Marokko meerdere generaties in elkaars buurt en zijn het de jongeren die de ouderen verzorgen.
Maar die traditie is in Nederland wonend niet meer vanzelfsprekend. De tweede generatie heeft zich vaak losgemaakt, heeft een eigen
leven. Het is als oudere niet meer vanzelfsprekend om een beroep op hen te doen.



(Paul Lempens, SP Weert)


Tiny en ik praten met hen over hun huidige woonsituatie. Niet verrassend: vaak te kleine woningen, woningbouwverenigingen die de
reparaties tegenwoordig aan de bewoners overlaten, vocht, trappen. De huren worden hoger, maar de lonen of de uitkeringen niet.
Tot zover is het verhaal hetzelfde als dat van autochtonen, behalve dat veel van de gastarbeiders van toen inmiddels werkloos zijn
en een uitkering hebben, waar het niet makkelijk van rond komen is.



De meeste mannen gaven aan dat ze niet in het huis waar ze nu wonen oud kunnen worden. Geen van de huurhuizen is bijvoorbeeld
rolstoeltoegankelijk, en kan dat ook nauwelijks gemaakt worden. Twee van de Turkse mannen was inmiddels op bezoek gegaan bij een
verpleeghuis, om vast eens te kijken of ze daar eens heen willen. Ze kwamen vol lof terug. Eigenlijk wordt er al tamelijk veel gedaan
voor ouderen, maar vaak weten de migranten de weg niet, weten niet wat de mogelijkheden zijn, dat er taxivervoer is bijvoorbeeld, dat
ze thuiszorg kunnen aanvragen. Is er wel gebedsruimte in de voorzieningen, kun je er halal maaltijden krijgen? Dat kan, maar moet wel
besteld worden. En dan is er nog een oud wantrouwen. Die maaltijden die door Nederlanders worden aangeleverd, zijn die wel echt halal?



Een deel van de groep is op excursie geweest naar een woongroep in Den Haag, een voorziening voor oudere Marokkanen die bij elkaar
willen wonen, elk met een eigen flat maar met een paar gezamenlijke voorzieningen. Zo willen wel meer van de aanwezigen wonen,
maar dan wel in Weert, waar ze hun vrienden en familie hebben. Dus moeten ze dat gaan organiseren, want als ze ergens over tien
jaar willen wonen moeten ze zich nu met de bouw gaan bemoeien. De gedachte is dat deze nu ouder wordende eerste generatie nog de
behoefte zal hebben om bij elkaar te wonen, maar de volgende generaties niet meer. Dus moeten de ouderenwoningen flexibel gebouwd
worden, nu willen de Marokkanen geen open keuken, dan komt daar een muurtje dat er weer uit kan als volgende generaties wat anders
willen.


Het lijkt soms een kip en ei kwestie. Zolang de Marokkanen en Turken niet weten wat er mogelijk is zullen ze er niet om vragen,
als ze er niet om vragen komt er ook geen aanbod. Adda zegt dat het niet zo makkelijk is om de oudkomers in beweging te krijgen
om voor hun rechten en wensen op te komen. De mensen die deze avond om de tafel zitten zijn de meest actieven. Adda is Weert
doorgegaan, heeft aangebeld bij woningen met schotelantennes om de cursus aan te bieden, is met imams gaan praten, probeerde
het via moskeeën, maar nog zijn er ouderen die niet bereikt worden. Soms is het ook een kwestie van ontmoedigd zijn. Een oudere
Marokkaanse man zegt dat hij al jaren heeft meegemaakt dat er wordt gepraat over een moslimbegraafplaats en bidgelegenheid in de
ziekenhuizen voor de gasten, en dat die er nog steeds niet zijn. Maar het is ook duidelijk: wie nog op tijd invloed wil hebben op
de bouwplannen in Weert moet nu in beweging komen. En soms zijn de wensen heel simpel te realiseren. Zo kan de kapel in de
gevangenis met een gordijn veranderd worden in een moskee. In ieder geval is duidelijk: de mensen die hier om de tafel zitten
zijn de beste ambassadeurs om de lui die nog niet bereikt zijn bij elkaar te krijgen, en de jongeren die de taal spreken en de
weg kennen zouden ook meer kunnen doen om de ouderen te betrekken.



De meeste aanwezigen zijn niet erg te spreken over de inburgeringeisen die hen als oudkomers nu ook bereiken. Het is ook cynisch:
deze mensen zijn destijds naar Nederlands gehaald omdat ze bereid waren om keihard te werken. Iedereen kan precies aangeven hoeveel
jaar ze hier al zijn, hoeveel jaar ze in de betonfabriek hebben gewerkt, in de drukkerij, in de textiel. Ze kunnen vertellen dat
zij langzamerhand de autochtone arbeiders vervingen, omdat ze bereid waren langer door te werken en harder. Tot ze letterlijk
verbruikt zijn, kapotgewerkt. Vroeger interesseerde het geen hond of ze Nederlands leerden. Daar kwamen ze niet voor, ze kwamen
om te werken, en zouden toch weer weggaan. Ook toen duidelijk werd dat ze zouden blijven en hier gezinnen zouden stichten gebeurde
er nog niets. De jongere generatie is hier geboren, is inmiddels geheel ingeburgerd, en vaak meer dan dat. Trots vertellen twee
Turkse mannen dat hun kinderen rechten hebben gestudeerd, neurochirurg zijn geworden, een gigantische stap in één generatie.
Beter Nederlands leren, jawel, dat zouden ze wel willen, maar zo makkelijk is dat niet meer. “Hoofd versleten, kop kapot”. Maar
het is erg beledigend dat ze daar nu toe verplicht zouden worden en dat ook nog zelf moeten gaan betalen. Ze waren nooit te lui
om te werken, ze hebben altijd hun belasting betaald, onderwijs hebben ze van de Nederlandse staat nooit gekregen, en nu zouden
ze dat verplicht moeten doen en van hun minimumloon of uitkering ook nog zelf gaan betalen?



Tiny stelt voor dat dit een goed actiepunt is. Eigenlijk zouden de mensen die nu ze ouder zijn meer tijd hebben met bloemen moeten
worden verwelkomt, dank je wel, en hier hebben jullie een cursus. Als eerschuld voor wat de mensen destijds nooit hebben gekregen,
hun recht op een aandeel in het onderwijs.



Een vertegenwoordiger van de jongere generatie is kwaad. Op Verdonk. Op dat gedoe over assimilatie. Ik ben soms blij dat de oudere
generatie geen Nederlandse kranten leest en liever naar de Turkse of Marokkaanse televisie kijkt, het zou ze ontzettend zeer doen
als ze zouden weten hoe er over hen wordt gepraat, we zouden nog veel kwajer zijn zegt een jonge man. Al die nieuwe maatregelen,
die komen hard aan. Niet alleen voor degenen die het direct betreft, maar ook de boodschap die mee komt. Dat Nederlandse jongeren
al met achttien mogen trouwen, maar migranten moeten wachten tot ze 21 zijn. Dat ze meer geld moeten verdienen om hier te mogen
wonen dan autochtonen. Gezinshereniging, dat is makkelijk voor de rijke mensen, die uit Amerika, maar niet voor arme mensen,
alsof die minder recht hebben op een gezin. En die verplichte inburgering in het land van herkomst: wat als je weduwnaar bent,
en graag wilt trouwen met een vrouw van daar, moet een vrouw van vijftig echt eerst Nederlands leren, waarom kan dat hier niet?



Want wat willen de Nederlanders nou eigenlijk, wat wil de overheid? Dat ze allemaal op Nederlanders gaan lijken? Is het dan goed?
Integratie, dat is opgenomen worden in een groter geheel, zegt een van de mannen die het in de Van Dale heeft opgezocht. Integratie,
dat is participatie en acceptatie, zegt een ander.



Acceptatie? Iedereen is het er over eens dat het juist de laatste tijd voor geen van de migranten makkelijker is geworden. Voelen
ze zich geaccepteerd? Deels wel. Soms door collega’s waarmee ze samen werken. Maar door de maatschappij als geheel? Nee, daar voelen
ze zich vaak door afgewezen. Soms door hoe er tegenwoordig over hun cultuur wordt gepraat. Soms letterlijk. Mensen die je niet meer
aankijken. Het moeilijke, zegt meneer Mustapha, is dat we nu overal buitenlanders zijn, want in Marokko ben ik nu ook een
buitenlander geworden.


Met een zak met koekjes, bloemen, een bloknoot vol tekst en een hoofd vol gedachten stapten we weer in de trein.
In de trein terug was ik niet de enige die wel zin had in een dutje.

U bent hier