h

'Sociale werkplaats moet sociaal worden'

24 november 2004

'Sociale werkplaats moet sociaal worden'

Jan TakIn een interview in weekblad het Land van Weert vertelt SP-lid Jan Tak over zijn 35-jarige ervaring als werkleider bij sociale werkplaatsen. 'Er geldt maar één doelstelling voor een sociale werkplaats: het beste uit de mensen halen waarbij de nadruk ligt op het sociale aspect.'

Artikel uit het land van Weert van 24 november 2004:

”Zieke werknemer al snel een ‘lastpak’ ”

“Ik heb nog meegemaakt dat een wethouder zich er persoonlijk mee bemoeide dat ik een werknemer van de sociale werkplaats leerde fietsen. Dat leerde ik hem in de middagpauze. Na een paar weken kon ie fietsen en zei de wethouder ‘dat heb je ‘m goed geflikt, Jan’. Die betrokkenheid was er toen.”

Vijfendertig jaar werkte Weerenaar Jan Tak als werkleider bij vier verschillende sociale werkplaatsen in Roermond, Valkenswaard, Eindhoven en Acht. Hij praat over die tijd met een bezieling waarmee Majoor Boshart over het Leger des Heils praat. Jan heeft de tijd nog gekend dat Den Haag de hele financiering van de sociale werkplaatsen betaalde. “Het kon niet op, de bomen groeiden tot in de hemel”, aldus Jan. Daar kwam abrupt een einde aan toen de gemeenten een budget kregen per gehandicapte werknemer en daar moesten ze het mee doen. “Elke twee weken moest ik me toen komen verantwoorden bij de managers over de projecten die ik onder handen had, het draaide alleen nog maar om de centen niet om de mensen”, stelt de voormalige werkleider. Toch ging Jan Tak bij zieke werknemers op huisbezoek om de achtergronden te leren kennen. Dat is anders geworden, zo vertelt hij: “Tegenwoordig wordt een zieke werknemer al snel als ‘een lastpak’ beschouwd en trekt een werkleider de hele trukendoos open om hem te lozen aan een andere afdeling. En dan krijg je complimenten van de managers dat je economisch goed bezig bent, maar sociaal ben je helemaal niet goed bezig.” Voor Jan Tak geldt maar één doelstelling voor de sociale werkplaats en dat is het beste uit de mensen te halen met de nadruk op het sociale aspect en niet op het economische. “De mens is het product, daar gaat om, dat is ook het grote verschil met het bedrijfsleven”, zegt hij. “Elk mens heeft zijn geschiedenis, elk mens heeft zijn handvat. Het is aan de werkleiding dat handvat te zoeken, maar de directie moet daar dan ook de ruimte voor geven en dat gebeurt vrijwel nooit”, vertelt de voormalige werkleider van sociale werkplaatsen. Een directeur en een wethouder hebben er geen flauw benul van hoe een werkleider met de werknemers omgaat, is de ervaring van Jan Tak.

“Een Marokkaan die doofstom was had een gezin met twee kinderen. Ik heb eerst gezorgd dat hij Nederlandse lessen kon gaan volgen, toen hij daar redelijk mee overweg kon heb ik hem mee laten lopen met de operator van de golfsoldeermachine.Na twee maanden kon hij dit werk overnemen.Je had moeten zien hoe gelukkig hij was.”

Jan schudt moeiteloos het ene verhaal na het andere uit de mouw. Zowel over niet werkwilligen als over werknemers die persé wilden overwerken zonder ervoor betaald te willen krijgen. Hij wist met iedereen om te gaan en ze in het spoor te houden, of hij nou aan 35 of toen hij ruim drie jaar geleden met de VUT ging aan 120 gehandicapte werknemers leiding moest geven.

Hij heeft het aantal psychische gevallen bij de sociale werkplaatsen sinds de tachtiger jaren drastisch zien stijgen. “Dat zijn andere mensen dan verstandelijk gehandicapten. Die laatsten zijn blij om bij een sociale werkplaats te werken, weten vaak niet eens dat het een sociale werkplaats is. De psychische gevallen willen ook wel werken maar niet met het etiket WSW opgeplakt”, aldus Tak. Hij heeft zowel bij kleinere als bij grotere sociale werkplaatsen leiding gegeven op de werkvloer. “Ook een grote sociale werkplaats kan goed georganiseerd zijn”, zegt Tak als hij het heeft over de Ergonbedrijven in Eindhoven met 1700 gehandicapte werknemers. Bij de Ergonbedrijven heeft Jan Tak ervaren hoe het mogelijk is om met persoonlijke ontwikkelingsplannen het maximaal mogelijke uit gehandicapte werknemers te halen met alle aandacht voor de restcapaciteiten van de werknemers en aandacht voor het sociale element zodat de werkgever en de werknemer tevreden zijn..

Naar de mening van de Weerter voormalige ‘werkmeester’ is het bij de sociale werkplaatsen pas goed misgegaan toen het Rijk in 1998 bij de invoering van de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening de handen terugtrok van het toezicht. Het toezicht kwam bij de gemeenten te liggen, die een bestuur aan stelden. “Maar die besturen bestaan uit burgemeesters, wethouders en raadsleden. Die hebben geen enkele voeling met de werkvloer”, aldus Tak. “Kleinschaligheid, scherp indiceren en meer WSW-ers plaatsen in gewone bedrijven”, zo ziet hij de toekomst van de sociale werkplaatsen. Na 45 jaar gewerkt te hebben waarvan 35 jaar als werkleider bij sociale werkplaatsen spreekt hij nog steeds vol trots over dit ‘prachtig arbeidsinstrument’. In Nederland werken daar zo’n 100.000 mensen en de kosten bedragen jaarlijks twee miljard euro. De Raad voor Werk en Inkomen, een adviesorgaan voor de regering, stelt in een recent advies dat de sociale werkplaatsen moeten blijven “maar ze moeten dan weer echt sociaal worden.”
In het personeelsblad van de Eindhovense sociale werkplaats wordt aan een voorman van Turkse afkomst gevraagd met welke bekende Nederlander hij graag eens op stap wil gaan. “Met Jan Tak, mijn vroegere baas”, antwoordt hij.

Peter Clement

Meer opinieartikelen en collumns van Jan Tak

U bent hier